Het eerste Klimaatplan van de regering geeft blijk van een stevig klimaatbeleid.

Maar volgens de Afdeling advisering van de Raad van State zijn, net als het Planbureau voor de Leefomgeving eerder al concludeerde, aanvullende maatregelen nodig om in 2030 een broeikasgasreductie van 49% te behalen. Het uiteindelijke doel is een broeikasgasreductie van 95% in 2050. Dit vergt een herordening van productie en consumptie in alle sectoren van de maatschappij en de economie, en niet een veelheid aan losse maatregelen. Het Klimaatplan geeft nog weinig blijk van dit besef.

Dit is te lezen in de beschouwing van de Afdeling advisering van de Raad van State over het eerste Klimaatplan van de regering. Daarin toetst de Afdeling advisering – ook voor het eerst – of het Klimaatplan voldoet aan de eisen die de Klimaatwet daaraan stelt.

Draagvlak

Het behalen van het klimaatdoel voor 2030, maar zeker ook het doel voor 2050, vergt ingrijpende veranderingen in economie en samenleving. Het huidige Klimaatplan zou hierin meer inzicht moeten geven dan nu gebeurt. Daarbij is ook aandacht nodig voor wanneer welke maatregelen worden getroffen en hoe de uitvoering gaat verlopen.

Om deze veranderingen door te voeren is het opbouwen en versterken van het draagvlak in de samenleving cruciaal. Zo moet duidelijk worden gemaakt wat de baten van klimaat- en energietransitie zijn. Daarbij valt te denken aan de verbetering van milieu en natuur, bescherming van de gezondheid, maar ook het voorkomen en tegengaan van zowel overstromingen als droogte. De kosten moeten inzichtelijk zijn en kosten en baten moeten evenwichtig worden verdeeld.

Samenwerking en sturing

Voor succesvol klimaatbeleid is de inzet van de hele samenleving nodig: overheden, (markt)partijen en burgers. Daarvoor is samenwerking essentieel. Niet alleen tussen verschillende onderdelen van de samenleving, maar zeker ook binnen alle bestuurslagen van de overheid. De urgentie en complexiteit van klimaat- en energietransitie vraagt van de wetgever een ‘samenhangend pakket van wetgeving waarbinnen stevige sturing, samenwerking en coördinatie plaatsvindt’. Alleen dan kan de noodzakelijke broeikasgasreductie daadwerkelijk en op tijd worden gerealiseerd.

Nieuwe taak

Met de komst van de Klimaatwet heeft de Afdeling advisering van de Raad van State een nieuwe taak gekregen: het toetsen van het klimaatbeleid van de regering. Zij doet dat door elke vijf jaar het Klimaatplan van de regering te toetsen, net als de jaarlijkse Klimaatnota, die volgend jaar voor het eerst verschijnt, en de tweejaarlijkse Voortgangsrapportage. Om deze nieuwe taak goed te kunnen uitvoeren heeft de Afdeling advisering een toetsingskader opgesteld.