Het Rijk en de provincies gaan eind volgend jaar bestuurlijke afspraken maken over de ruimtelijke inpassing van opgaven op het gebied van wonen, bereikbaarheid, energie, economie, landbouw en natuur. De afspraken vormen de basis voor een nieuwe nota ruimte in 2024. Dat schrijft minister Hugo de Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) bij het ruimtelijke ‘startpakket’ dat naar de twaalf provincies isn verstuurd.
In het startpakket legt het Rijk de provincies de opgaven voor uit nationale programma’s op het gebied van onze fysieke leefomgeving. De twaalf provincies wordt gevraagd om samen met gemeenten en waterschappen de opgaven voor de periode tot 2030 – met een doorkijk naar 2050 – ruimtelijk te vertalen, in te passen en te combineren met de provinciale opgaven. In een bijlage bij het startpakket worden per provincie de specifieke kansen en knelpunten beschreven.
Start puzzelfase
De verzending van het startpakket markeert het begin van een ruimtelijke puzzelfase en een intensieve samenwerking tussen overheden. De opgaven zijn groot, maar de ruimte is schaars. We moeten daarom keuzes maken, functies combineren, slim clusteren en creatief met de ruimte omgaan. Bij de te maken keuzes zijn water en bodem ‘sturend’. Ontwikkelingen als bevolkingsgroei, klimaatverandering, verzilting, verdroging en wateroverlast vergen keuzes en aanpassingen. Bijvoorbeeld bij het aanwijzen van bouwlocaties of het beschermen van geschikte landbouwgronden.
Nieuwe manier van werken
De twee jaar geleden vastgestelde Nationale Omgevingsvisie (NOVI) stelt daarom randvoorwaarden bij alle afwegingen in de puzzelfase. Naast het centraal stellen van gebiedskenmerken zoals de staat van water en bodem en het voorkomen van afwenteling van problemen naar andere gebieden of naar volgende generaties, heeft meervoudig ruimtegebruik de voorkeur. Dat voorkomt onnodig gebruik van schaarse grond.
Minister De Jonge: “We hernemen de regie op de ruimtelijke ordening om te zorgen voor een eerlijke uitkomst van alle ruimtelijke verdeelvraagstukken waar we tegenaan gaan lopen. We staan aan de vooravond van een nieuwe manier van werken waarin we cruciale keuzes gaan maken over de inrichting van Nederland. Op alle betrokkenen rust de verantwoordelijkheid om goed samen te werken want keuzes die we nu gaan maken, bepalen welk land we doorgeven aan de generaties na ons.”
Innovatieve oplossingen
Provincies zijn nu aan zet om samen met gemeenten en waterschappen de opgaven voor de periode tot 2030 ruimtelijk te vertalen, in te passen en te combineren met de provinciale opgaven. Het Rijk ondersteunt de uitwerking met ruimtelijke data en de inzet van ontwerpteams die innovatieve oplossingen bedenken. Bijvoorbeeld concepten over het tegengaan van ‘verrommeling’ door grootschalige bedrijfsvestigingen. Verder is bij BZK een aparte accountorganisatie ingericht voor de provincies.
In aanloop naar het ruimtelijke voorstel zijn er drie ijkmomenten waarop Rijk en provincies de balans opmaken en kansen en knelpunten oppakken. Bij iedere stap zal de uitwerking steeds concreter vorm krijgen.
Nieuwe nota ruimte
Het Rijk vraagt de provincies in oktober 2023 met de ruimtelijke voorstellen te komen die zicht geven op wat ruimtelijk mogelijk en realiseerbaar is. Het voorstel is de opmaat naar twaalf ruimtelijke arrangementen waarin Rijk en provincie wederkerige afspraken maken over de uitvoering van de opgaven. De afspraken vormen de basis voor een nieuwe nota ruimte in 2024.