Digitaal stelsel Omgevingswet (DSO)

De minister heeft in overleg met beide Kamers het Bureau ICT-toetsing (BIT) verzocht naar het DSO te kijken. Het BIT doet een aantal kritische constateringen en behulpzame aanbevelingen. Het BIT geeft aan dat alle aandacht erop gericht moet zijn dat het DSO de Omgevingswet ondersteunt bij de inwerkingtreding op 1 januari 2022. Daarvoor is het belangrijk om de werking van het DSO nog uitgebreider te testen. De uitbouw van DSO met aanvullende functionaliteiten, die niet per se nodig zijn voor inwerkingtreding, kan daarna plaatsvinden.

De minister neemt deze aanbevelingen onverkort over. Samen met de VNG en de andere bestuurlijke partners volgt zij de aanbevelingen op om tot een zorgvuldige invoering te komen. Het advies van het BIT om stevig vast te houden aan de datum van 1 januari 2022 voor invoering van de Omgevingswet geeft steun en focus.

Daarnaast vond er een Gateway Review plaats. Volgens deze tweede Gateway Review is de implementatie van het DSO uitdagend, maar wel realistisch én haalbaar. Ook dit rapport pleit ervoor dat alle partijen, met behulp van een heldere koers richting de inwerkingtredingsdatum, voortvarend door blijven werken aan het aansluiten op, vullen van en oefenen met het DSO. Het delen van goede ervaringen van bevoegde gezagen en softwareleveranciers kan hierbij helpen.

Interbestuurlijke afspraken financiën

Er leven zorgen bij gemeenten over de kosten van de invoering van de Omgevingswet. De VNG erkent deze zorgen en is hierover in gesprek met het ministerie.

In 2016 heeft de VNG samen met het Rijk, provincies en waterschappen afspraken gemaakt over de financiën rond de Omgevingswet. Die afspraken houden onder meer in dat overheden zelf hun invoeringskosten betalen, maar ook zelf de baten mogen houden.

Om te kunnen bepalen of de structurele effecten van de Omgevingswet zodanig uitpakken dat gemeenten de Omgevingswet budgetneutraal kunnen invoeren, lopen er meerdere financiële onderzoeken. Deze onderzoeken betreffen een raming van de invoeringskosten en van de verwachte structurele effecten van de wet. De resultaten van die onderzoeken worden geïntegreerd tot het zogenaamde Integraal Financieel Beeld. Dit beeld komt begin volgend jaar beschikbaar. De VNG zal hierover gemeenten consulteren en in gesprek gaan met het ministerie.

Het Integraal Financieel Beeld is het startpunt voor de monitoring van de financiële effecten. Er is afgesproken dat de partijen in 2023 en in 2027 de daadwerkelijke financiële effecten evalueren. Vooruitlopend op die evaluaties heeft de VNG met de minister afgesproken om de daadwerkelijke invoeringskosten al in 2022 met elkaar te bespreken. De minister heeft zich bereid getoond om samen naar oplossingen te zoeken waar dat nodig is.

Jaar extra voor vaststellen omgevingsvisie en omgevingsplan

Omdat de inwerkingtreding van de Omgevingswet een jaar is uitgesteld, hebben de bestuurlijke partners afgesproken dat gemeenten ook een jaar extra krijgen om hun omgevingsvisie en omgevingsplan af te hebben. Dat betekent dat gemeenten uiterlijk 31 december 2024 hun omgevingsvisie publiceren en uiterlijk 31 december 2029 een nieuw omgevingsplan hebben vastgesteld.

Implementatie

Vóór inwerkingtreding van de Omgevingswet moeten gemeenten aan de minimale eisen voldoen. Via een enquête wordt elk half jaar onderzocht hoe ver zij hiermee zijn. De resultaten hiervan staan in de Halfjaarrapportage Monitor Invoering Omgevingswet. Hieruit blijkt dat er flinke stappen zijn gezet met de implementatie van de wet, maar dat er het komende jaar ook nog het nodige moet worden gedaan. De VNG en het programma Aan de slag met de Omgevingswet blijven de implementatie ook volgend jaar ondersteunen.