Bij de derde nationale bijentelling is dit weekend een recordaantal bijen geteld. Ruim 10.000 mensen noteerden zo’n 136.000 bijen. Vorig jaar werden bijna 54.000 bijen geteld door ruim 5000 mensen.
“De resultaten wijzen erop dat het zeker niet slecht gaat met bijen in de stedelijke omgeving. De aandacht van bewoners en gemeenten voor bijen lijkt te helpen”, concludeert Vincent Kalkman, entomoloog bij Naturalis en nauw verbonden aan het bijenonderzoek. Veel gemeenten hebben het maaibeleid aangepast om de bij te helpen. Ook zaaien mensen in hun tuin voor de bij.
Volgens Koos Biesmeijer, bijenexpert bij Naturalis, lijken mensen vanwege de situatie met het coronavirus bewuster van het belang van de natuur en hadden meer mensen er tijd voor om te tellen omdat ze thuis moeten blijven. “Uit heel Nederland zijn resultaten binnengekomen. Dat is precies wat je als onderzoeker wilt. Het geeft ons nieuw inzicht in bijvoorbeeld de verschillen tussen noord en zuid, of stad, dorp en platteland.”
Net als vorige edities staat de honingbij bovenaan. Deze bij werd 54.501 keer geteld. De rosse metselbij staat op de tweede plek van meest getelde soorten met 20.321. Er werden wel relatief weinig hommels gezien.