De Raad voor de rechtspraak plaatst kanttekeningen bij een wetsvoorstel waarin voor bepaalde woningbouwprojecten niet langer in 2, maar slechts in één instantie beroep kan worden aangetekend. De Rechtspraak onderkent in een gepubliceerd wetgevingsadvies het belang van versnelling van de woningbouw, maar ziet daarbij het risico dat de rechtsbescherming wordt uitgehold.
Met het wetsvoorstel wil het kabinet de regie op de woningbouw vergroten en de bouw van nieuwe woningen versnellen. Het voorstel biedt daarvoor verschillende instrumenten. Een daarvan is de mogelijkheid om woningbouwprojecten te kunnen aanwijzen waarvan de versnelde uitvoering gewenst is vanwege zwaarwegende maatschappelijke belangen.
Eenmalig beroep tegen bouwproject
Als voorbeeld worden in het wetsvoorstel hierbij bouwprojecten van meer dan 12 woningen genoemd. De versnelling moet vervolgens onder andere worden gerealiseerd door de gang naar de rechter door partijen die bezwaren tegen de bouwplannen hebben, te beperken. In plaats van het instellen van beroep bij de rechtbank en daarna – eventueel – bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, zou tegen de betreffende projecten alleen nog bij de Raad van State beroep kunnen worden ingesteld.
Deugdelijke rechtsbescherming
De Raad onderkent het belang dat woningbouwprojecten op redelijke termijn gerealiseerd worden. Tegelijk is ook in die gevallen een deugdelijke rechtsbescherming geboden en is het moeilijk uit te leggen waarom een burger voor minder zwaarwegende maatschappelijke belangen wel in 2 instanties mag procederen. Daarbij wordt in het wetsvoorstel onvoldoende onderbouwd dat de wijziging ook daadwerkelijk tot een wezenlijke versnelling leidt. Tot slot vindt de Raad dat met het genoemde voorbeeld van 12 woningen, de lat voor de invulling van het begrip ‘zwaarwegende belangen’ erg laag wordt gelegd.
De Raad vraagt daarom de minister van Volkshuisvesting het wetsvoorstel te verduidelijken, dan wel aan te passen.
Bron: rechtspraak.nl