De Nederlandse Spoorwegen (NS) hebben namens de spoorsector een contract gesloten met energiebedrijven PZEM en Shell waardoor treinen in Nederland ook vanaf 2025 klimaatneutraal rijden. Eerder had het spoorbedrijf een overeenkomst met Eneco, maar dat contract loopt eind 2024 af. Het nieuwe contract betreft nog wel een voorlopige gunning: de overeenkomst is pas definitief na het verlopen van de bezwaartermijn van drie weken.
In het driejarige contract met het Zeeuwse PZEM en Shell zijn afspraken gemaakt over zogeheten Garanties van Oorsprong (GVO’s). Dat zijn een soort contracten die laten zien waar stroom vandaan komt, bijvoorbeeld van duurzame bronnen als wind- en zonne-energie. PZEM levert de stroom, Shell de GVO’s.
De stroom waarop de treinen gaan rijden hoeft dan echter niet direct afkomstig te zijn van duurzame energiebronnen. GVO’s worden namelijk internationaal verhandeld. Maar volgens NS wordt daarmee wel “gegarandeerd dat er op jaarbasis in Europa net zoveel elektriciteit via zon en wind wordt opgewekt als NS verbruikt voor het rijden van treinen”, aldus NS.
NS-bestuurder Tjalling Smit, verantwoordelijk voor het energiecontract, is tevreden dat het gelukt is een nieuw contract af te sluiten. Zeker gezien de moeilijke energiemarkt. Aanvankelijk wilde hij een contract voor de langere termijn. Maar volgens hem zijn energieleveranciers op dit moment terughoudend met het sluiten van langetermijncontracten.
Met een langer lopend contract hadden namelijk concrete stappen gezet kunnen worden om volledig onafhankelijk te worden van fossiele brandstoffen als back-up, legt Smit uit. Maar hij verwacht dat de technologische mogelijkheden op het gebied van energie-ontwikkeling en -opslag de komende jaren nog zullen toenemen. Hij wil NS dan ook voorbereiden om na 2027 wel minder afhankelijk te maken van die fossiele back-up.
Verder meldt het spoorbedrijf dat de energiekosten de komende jaren nog hoger zullen zijn dan onder het huidige energiecontract. Maar NS benadrukt dat dit geen directe impact zal hebben op de prijs van treinkaartjes. Die prijzen worden jaarlijks weliswaar verhoogd, maar omdat dit op basis van de inflatie is, zit de veranderende energieprijs daar al voor een deel in. “Alleen als in de toekomst de prijs van energie hoger of veel lager uitvalt dan de inflatie, dan kan de prijs van het treinkaartje daarop naar boven of naar beneden worden bijgesteld”, stelt NS.