Het laagspanningsnet wordt steeds intensiever gebruikt en dat kan 1,5 miljoen kleinverbruikers zoals huishoudens en kleinschalige bedrijven tot 2030 in de problemen brengen. Om dat te voorkomen zijn grote investeringen nodig, schrijft Stephan Brandligt. Hij heeft als onafhankelijk coördinator de opdracht gekregen om plannen te maken om zulke problemen te voorkomen. Samen met ministeries, netbeheerders en andere betrokken partijen heeft hij een actieagenda opgesteld die demissionair minister Rob Jetten (Klimaat en Energie) naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
De grenzen van het elektriciteitsnet komen volgens Brandligt in zicht. Dat komt doordat bedrijven en huishoudens druk bezig zijn met verduurzamen. Vergeleken met andere landen loopt Nederland voorop als aankomt op het aantal zonnepanelen per inwoner en de infrastructuur om elektrische auto’s op te laden. Het is al langer bekend dat het hoogspannings- en middenspanningsnet overbelast raken door de verduurzaming. Inmiddels dreigen ook problemen op het laagspanningsnet, waar huishoudens en veel kleine bedrijven en instellingen op aangesloten zijn.
Om de problemen voor te zijn, moet tussen de 80.000 en 105.000 kilometer kabel worden aangelegd. Bovendien moeten er 37.000 tot 54.000 elektriciteitshuisjes bij worden gebouwd. Dat terwijl het benodigde personeel en materiaal schaars is. Bovendien is het moeilijk om hier plek voor te vinden.
Het zal volgens Brandligt niet lukken om het laagspanningsnet overal op tijd te verzwaren. Daarom moeten netbeheerders volgens hem meer informatie verzamelen om te bepalen waar de nood het hoogst is.