De oevers van Nederlandse rivieren zijn de afgelopen maanden ernstiger vervuild geraakt met plasticafval dan ze al waren. Daarvoor waarschuwt Schone Rivieren, een organisatie die zich bezighoudt met het onderzoeken en opruimen van plastic. Van diverse gemeenten heeft Schone Rivieren te horen gekregen dat de vervuiling verder is toegenomen tijdens de coronacrisis. Meer mensen dan anders zijn in eigen land de natuur in gegaan. Ook langs de rivieren was het drukker dan andere jaren.
Schone Rivieren heeft dit voorjaar onderzoek gedaan naar de mate van plasticvervuiling. Honderden vrijwilligers gingen aan het werk op 171 locaties langs de Maas, Waal, IJssel en het Haringvliet. Ze vonden bijna 80.000 stuks plasticafval, waaronder wattenstaafjes, drankverpakkingen, snoep- en chipszakken en lollystokjes. Het meeste zwerfplastic viel binnen de categorie “ondefinieerbare stukjes plastic en piepschuim”.
Gemiddeld vonden de vrijwilligers 450 stuks plasticafval per 100 meter oever. “De resultaten zijn helder”, zegt onderzoeker Marijke Boonstra. “Onze rivieren zijn sterk vervuild met plastic. Actie is nu nodig.”
Schone Rivieren is opgericht door IVN Natuureducatie, Plastic Soup Foundation en Stichting De Noordzee. De organisaties willen het plasticprobleem zo veel mogelijk bij de bron aanpakken. Plastic dat in Nederland in de rivieren belandt, komt uiteindelijk in de Noordzee terecht. Het vormt een bedreiging voor het milieu en voor dieren.
Op ruim een derde van de onderzochte locaties werden zogeheten nurdles aangetroffen. Dat zijn plastickorrels waarvan tal van producten worden gemaakt. “Door slordige omgang met nurdles tijdens de productie en het transport komen deze onnodig in het milieu terecht. Plasticproducenten hebben de verantwoordelijkheid om dit te voorkomen”, zegt Boonstra.