De provincie Utrecht moet beter onderbouwen waarom vleermuizen verstoord mogen worden voor de bouw van dure koopwoningen op de voormalige vliegbasis Soesterberg. De rechtbank Midden-Nederland vindt dat nu niet duidelijk is waarom dit type woningen kan bijdragen aan het oplossen van de woningnood, terwijl het leefgebied van verschillende diersoorten ervoor wordt aangetast.
Ontheffing
Verstoren vleermuizen
Woningbehoefte
Ook de rechtbank vindt dat het duidelijk is dat er landelijk, regionaal en lokaal grote behoefte is aan nieuwe woningen. Maar dan moet er wel het soort huizen gebouwd worden waar vraag naar is, en dat is nu niet het geval. Uit de woningmarktonderzoeken van de gemeenten Soest en Zeist blijkt dat er behoefte is aan huurwoningen, appartementen en goedkope koopwoningen. Dat is iets anders de beoogde koopwoningen in het hogere prijssegment op de voormalige vliegbasis. Ook is niet gebleken dat nieuwe dure koopwoningen ervoor zorgen dat er mensen vanuit goedkopere woningen doorstromen naar de nieuw te bouwen huizen, waardoor er iets gedaan zou aan het woningtekort. Dat is wel nodig om de beschermde vleermuissoorten te mogen verstoren.
Instandhouding soorten
Voor andere dieren vindt de rechtbank dat de provincie goed heeft uitgelegd dat de nieuwe woonwijk geen gevolgen heeft voor de instandhouding van de diersoorten en hun territoria. Dat geldt onder meer voor de streng beschermde veldleeuwerik, waarvoor de provincie nieuw leefgebied gaat aanleggen.
Nieuwe kans
De rechtbank geeft de gedeputeerde staten nu de gelegenheid om binnen drie maanden alsnog te onderbouwen dat er behoefte bestaat aan woningen in het hogere prijssegment en dat dit een groot openbaar belang vormt om de beschermde soorten te mogen verstoren. De rechtbank gaat de zaak daarna verder beoordelen. In de tussentijd mag niet met de bouw van de woonwijk worden gestart.