Het Rotterdamse openbaarvervoerbedrijf RET wil samen met de gemeente de reststroom van het tram- en metronetwerk gaan inzetten voor het laden van bussen en auto’s.
Het idee van de zogenoemde E-OV-hub is dat er in het tram- en metronetwerk restcapaciteit elektriciteit beschikbaar is en er ook stroom vrijkomt bij het remmen van metro’s of trams. Die stroom kan direct ingezet en hergebruikt worden voor de laadpalen van elektrische bussen, elektrische auto’s van reizigers en andere vervoermiddelen in de stad.
De RET hoopt zo de aantrekkelijkheid van het OV te vergroten met laadpalen voor OV-reizigers en daarnaast een bijdrage leveren aan de klimaatambities van Rotterdam om zogenoemde zero-emissiezones in te stellen in 2025 en 2030. Het Rotterdamse college heeft in het huidige coalitieakkoord afgesproken de CO2-uitstoot in 2030 met 49 procent te verminderen.
Of de RET juridisch gezien elektriciteit en netwerkcapaciteit aan derden kan leveren was onduidelijk. Onderzoek van hoogleraar economic regulation and market governance, Saskia Lavrijssen, en law and technology-student Lien Stolle van Tilburg University wees uit dat de E-OV-hub er kan komen.
Volgens Lavrijssen kan de ruimte op het elektriciteitsnet optimaler worden benut. “Met een E-OV-hub hoeft minder gebruik te worden gemaakt van openbare distributienetwerken, die al overbelast zijn door de groei van duurzaam opgewekte energie en elektrisch vervoer. Bovendien kan de hub eraan bijdragen dat minder investeringen in het elektriciteitsnetwerk nodig zijn, waardoor kosten en tijd bespaard kunnen worden.”