Door de uitspraak die de Raad van State woensdag deed over stikstofberekeningen, zijn voor 29 boerenbedrijven in Groningen de vergunningsproblemen per direct opgelost. Deze zogeheten PAS-melders zitten verder dan 25 kilometer af van het dichtstbijzijnde natuurgebied dat last heeft van te hoge stikstofconcentraties. Ze zijn daarmee niet meer vergunningsplichtig, laat de provincie Groningen weten.
Het gaat om agrarische bedrijven in de omgeving van de Eemshaven en Delfzijl. De 29 boeren hadden ten tijde van het Programma Aanpak Stikstof (PAS) een melding gedaan over hun stikstofuitstoot. Dat was destijds voldoende, maar sinds het PAS in 2019 door de Raad van State ongeldig werd verklaard, geldt voor al deze bedrijven een vergunningsplicht.
Enkele duizenden bedrijven kunnen de benodigde natuurvergunning sindsdien niet krijgen, omdat natuurgebieden in hun omgeving volgens ecologische onderzoeken al te hoge stikstofconcentraties te verduren hebben. Zolang dat zo is, ketsen vergunningsaanvragen van bedrijven die stikstof uitstoten massaal af, zo niet bij de provincie dan wel in de rechtszaal. Boeren stoten vooral stikstof uit in de vorm van ammoniak, dat ontstaat als mest en urine van dieren met elkaar vermengd raken.
De Raad van State bepaalde woensdag dat de afstand waarover de stikstofneerslag op de natuur moet worden berekend, mag worden afgekapt op 25 kilometer. Die grens wordt al langer gehanteerd, maar tot nog toe was onduidelijk of dat juridisch stand zou houden. Nu de hoogste bestuursrechter heeft bepaald dat dit mag, hebben de 29 Groningse bedrijven dus zekerheid.
Groningen vermoedt verder dat enkele procedures tegen bedrijven in de Eemshaven en in Oosterhorn ook kansloos zijn geworden door de uitspraak van de Raad van State. “Het is onze verwachting dat stikstof voor deze bedrijven geen negatieve juridische gevolgen meer zal hebben.”
Mogelijk heeft de uitspraak ook elders in het land gevolgen. Een goed overzicht hiervan is nog niet voorhanden.