Milieucriminaliteit moet zwaarder gestraft worden. Dat zegt de landelijk milieuofficier Rob de Rijck in het tijdschrift Opportuun van het Openbaar Ministerie. “Milieucriminaliteit kan de fysieke wereld of de volksgezondheid in gevaar brengen.” Echter, omdat het abstract lijkt, krijgt het niet altijd voldoende prioriteit, aldus De Rijck.
Strafzaken kunnen lang duren en de straffen zijn volgens De Rijck niet altijd afschrikwekkend. “Een jarenlang onderzoek met duizenden uren werk levert soms een straf op van enkele duizenden euro’s boete. Voor de meeste bedrijven een schijntje. Dat is frustrerend, ook voor de opsporing.”
“Als je milieuhandhaving te lang op haar beloop laat, vallen de gevolgen niet mee.” Als voorbeeld noemt hij onder meer het paardenvleesschandaal, fipronil in eieren, de brand van Chemie-Pack, honderden asbestdoden per jaar. Ook – actueel in deze coronatijd – noemt hij ziektes die van dier op mens over kunnen gaan. “De Q-koorts, een ziekte die van geit op mens overgaat, had tientallen doden en zieke mensen tot gevolg. Dat voorkom je met tijdige en jaarlijkse inentingen van dieren. Maar dat moet je wel doen.”
Een deel van het probleem komt volgens de milieuofficier omdat er niet voldoende toezicht is op het naleven van de regels. Hij refereert naar een recente publicatie van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV), uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Justitie en Veiligheid en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. “Bij het bestuurlijk bevoegd gezag ontbreekt het vaak aan urgentie. Daarnaast zijn opsporing en vervolging te weinig slagvaardig.”
Hij pleit voor meer urgentie en betere samenwerking tussen onder meer opsporingsinstanties. “Ik vind de opsporing erg versnipperd.” Nu valt het onder meer onder de buitengewone opsporingsambtenaren (boa’s), de recherche, de bijzondere opsporingsdiensten van vooral de Inspectie Leefomgeving en Transport ILT en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit NVWA. “De milieurecherche valt nu onder elf eenheden. Sturing daarop vanuit een landelijke weeg- en stuurploeg is moeilijk.”
Positief noemt De Rijck dat in zijn optiek de aandacht voor milieucriminaliteit de laatste tijd aan het toenemen is. “De aandacht voor duurzaamheid, klimaat, milieu, een gezonde leefomgeving groeit.” Maar, zegt hij, dan moet er wel meer aandacht komen voor naleving. “Je kan regels maken om de aarde te beschermen, maar als je niet investeert in handhaving worden regels onvoldoende nageleefd. En als dat maar toeneemt, voelt degene die ze wel naleeft, zich een loser.”