De Noord-Hollandse politiek geeft definitief en vrijwel unaniem geen goedkeuring voor de komst van drie windturbines in de Amsterdamse Noorder IJpolder bij Oostzaan en Zaanstad. Een verzoek van voorstanders om een besluit uit te stellen, zoals de initiatiefnemers en de gemeente Amsterdam wensten, haalde geen meerderheid.

Provinciale Staten wezen het omstreden plan een jaar geleden al in concept af, omdat de grote windmolens niet goed in de omgeving zijn in te passen en te veel schade zouden veroorzaken. Destijds was het college van Gedeputeerde Staten nog voorstander, maar dat veranderde afgelopen september toen uit nadere onderzoeken was gebleken dat geen natuurvergunning kan worden verleend. Ook kan het project negatief uitpakken voor vogel- en vleermuissoorten en ziet Rijkswaterstaat een onaanvaardbaar risico voor de verkeersveiligheid aan het Coenplein.

Het windpark dat ruim 20.000 huishoudens in Amsterdam van stroom moest voorzien is een initiatief van onder meer energiecoöperatie Amsterdam Wind. Die won onlangs nog een rechtszaak waarin de provincie werd opgedragen uiterlijk 10 december een besluit te nemen, maar vroeg desondanks een besluit uit te stellen.

De gemeente Amsterdam, die veel energie in het project heeft gestoken, vindt eveneens dat er onvoldoende grond is voor de weigering. “Zonder windturbines kunnen we simpelweg niet snel genoeg overstappen naar duurzame energie, en halen we onze doelstellingen niet”, is een van de argumenten van wethouder Dirk de Jager. Amsterdam Wind heeft bij de gemeente overigens een alternatieve vergunning aangevraagd voor één windturbine bij de Noorder IJplas.

Het college van Gedeputeerde Staten zegt nu niet anders te kunnen dan de omgevingsvergunning voor het windpark te weigeren. Het halen van de provinciale doelen voor duurzame energie ligt overigens niet op schema, tekende gedeputeerde Rosan Kocken aan.