De aanpak van klimaatverandering kan niet wachten totdat na de Tweede Kamerverkiezingen van komend voorjaar een nieuw kabinet is geformeerd. Dat schrijft Ed Nijpels, de voorzitter van het klimaatberaad, in een brief aan verantwoordelijk minister Eric Wiebes.
Volgens Nijpels wijst “de politieke praktijk uit het verleden” uit dat het in de periode vlak voor de parlementsverkiezingen en tijdens de kabinetsformatie vaak “ingewikkeld” is om gemaakte afspraken om te zetten in beleid. “Tegen deze achtergrond merken wij op dat het klimaat(akkoord) geen politieke luwte en langdurige demissionaire periode verdraagt.”
In het Klimaatakkoord zijn afspraken gemaakt die ertoe moeten leiden dat de uitstoot van broeikasgassen in 2030 met bijna de helft is gedaald ten opzichte van 1990. In de onlangs gepresenteerde klimaat- en energieverkenning stelde het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) vast dat dit doel nu nog niet in zicht is, ook omdat veel maatregelen nog onvoldoende zijn uitgewerkt.
Nijpels pleit er verder voor om geld uit het Groeifonds dat het kabinet heeft aangekondigd, deels in te zetten voor de bestrijding van klimaatverandering. De coronacrisis kan op die manier worden aangegrepen “om een impuls te geven aan investeringen in verduurzaming”.