Het aantal broedparen dat nu nog in Nederland voorkomt is ,,heel fragiel”, aldus Vogelbescherming Nederland, dat de vogelakkers in opdracht van het Waddenfonds heeft aangelegd.
Vogelakkers zijn stukken agrarische grond, die zijn opgedeeld in stroken. Op sommige stroken groeit klaver of luzerne, dat verkocht kan worden als veevoer. Op de andere stroken groeien gras en kruiden, waarin muizen zich graag verschuilen. Muizen zijn belangrijk voedsel voor roofvogels en uilen, terwijl akkervogels graag broeden in het open grasland. Op de eilanden en langs de Waddenkust is nu 250 hectare vogelakker gerealiseerd.
De aanleg van vogelakkers is een van de manieren om de ernstig bedreigde vogelsoorten te beschermen. Deze week komen ruim vijftig wetenschappers uit dertien landen voor het eerst bijeen in Groningen om kennis en maatregelen uit te wisselen. De wetenschappers uit onder andere Engeland, Ierland, Polen en Wit-Rusland gaan vrijdag kijken bij de vogelakkers in Noord-Groningen.
De blauwe kiekendief en de velduil komen in Nederland alleen nog rond de Waddenzee voor. Er zijn nog ongeveer tien kiekendiefpaartjes en zo’n 25 paartjes velduilen. De vogels staan ,,op het randje van uitsterven” volgens de Vogelbescherming, maar het is nog niet precies duidelijk hoe dat komt. Zeker is dat er minder voedsel is door intensieve akkerbouw en doordat er minder konijnen zijn. Ook het toenemende toerisme op de Waddeneilanden speelt een rol. Vogelbeschermers pleiten ervoor om recreatie uit sommige duingebieden te weren.