Zo zijn de veiligheidsmaatregelen op de Den Uylbrug niet direct toegepast op andere bruggen van de gemeente Zaanstad. Ook de aangekondigde landelijke initiatieven die het op afstand bedienen van bruggen veiliger moeten maken, zijn tot op heden niet gerealiseerd. Naar aanleiding van het vandaag gepubliceerde rapport ‘Veiligheid van op afstand bediende bruggen – Lessen uit het ongeval Prins Bernhardbrug Zaandam’ heeft de minister aangekondigd toch te verkennen welke mogelijkheden er zijn om de veiligheid van beweegbare bruggen in Nederland te verbeteren. Een aanpak vanuit de Rijksoverheid is nodig: de Onderzoeksraad toont aan dat de problematiek niet uniek is voor de gemeente Zaanstad, maar een landelijk probleem betreft.
Op 28 november 2018 raakte een ouder echtpaar zwaargewond op de Prins Bernhardbrug in Zaandam. Zij stonden op het beweegbare deel van de brug toen deze voor de scheepvaart werd geopend. De brugbedienaar, die zich op afstand bevond, had hen niet opgemerkt op de camerabeelden. Dit ongeval vertoont sterke gelijkenissen met het ongeval op de Den Uylbrug waarover de Onderzoeksraad in 2016 een rapport uitbracht. Een fietsster stopte voor de stopstreep op de brug omdat deze werd geopend. Zij realiseerde zich echter niet dat zij op het beweegbare deel stond. De brugbedienaar, die zich op afstand bevond, had haar niet opgemerkt en opende de brug. De vrouw kwam hierdoor ten val en overleed.
Tweeënzeventig gesignaleerde tekortkomingen
In het rapport over de Den Uylbrug deed de Raad aanbevelingen aan de gemeente Zaanstad en aan de minister van Infrastructuur & Waterstaat. De reacties op de aanbevelingen gaven het beeld dat deze voortvarend werden opgepakt. De gemeente Zaanstad startte met verbetermaatregelen voor de Den Uylbrug, zoals het zichtbaar maken van het beweegbare deel van de brug en het plaatsen van een attentieknop. Deze maatregelen werden niet structureel toegepast op andere bruggen in de gemeente. Wel werden de veiligheidsrisico’s bij de bruggen in de gemeente in kaart gebracht. Hierbij werden 72 tekortkomingen gesignaleerd.
Na het signaleren van deze tekortkomingen, werden er wederom geen algemene maatregelen getroffen om alle bruggen van de gemeente aan te passen. In plaats daarvan werd ervoor gekozen om eerst bij elke specifieke brug de risico’s in kaart te brengen. De Prins Bernhardbrug zou in januari 2019 worden beoordeeld.
Urgentie verbeteringen verslapt
Bij de gemeente Zaanstad is de urgentie om verbeteringen door te voeren om meerdere redenen verslapt. Ook het in kaart brengen van de veiligheidsrisico’s verloor de prioriteit. Als de geïdentificeerde tekortkomingen direct waren opgepakt, was de kans op het maken van fouten in de brugbediening aanzienlijk verkleind. Bovendien had dit ruimte geboden voor de brugbedienaar om een gemaakte fout te kunnen herstellen. Pas na het ongeval op de Prins Bernhardbrug werden er in de gemeenteraad en het college van B&W kritische vragen gesteld over de voortgang van het verbetertraject en het uitblijven van maatregelen zoals het zichtbaar maken van het beweegbare deel van de brug.
Ontbreken landelijke standaard
Ongevallen met op afstand bediende bruggen zijn niet uniek voor de gemeente Zaanstad. Op verschillende plekken in Nederland zijn soortgelijke ongevallen voorgekomen. De Onderzoeksraad riep de minister in 2016 daarom op om te komen tot een landelijke standaard voor bruggen die op afstand worden bediend. Uniformiteit in onder andere de cameraopstelling en bedieningssystemen verkleinen de veiligheidsrisico’s bij het bedienen van bruggen op afstand.
De aanbeveling heeft enkel geleid tot meer kennisdeling binnen het platform Water ontmoet Water; een platform met een vrijblijvend karakter. Een uniform, landelijk kader voor de inrichting, gebruikseisen en bediening van bruggen op afstand ontbreekt nog altijd. Dit terwijl de basis hiervoor reeds gelegd is in de Landelijke Brug- en Sluisstandaard die geldt voor bruggen van Rijkswaterstaat, de Richtlijn Vaarwegen en in de kennis vanuit het platform Water ontmoet Water.
Verkenning verbetering vanuit Rijksoverheid
Met de uitkomsten van het onderzoek over de Prins Bernhardbrug en het eerdere onderzoek over de Den Uylbrug wordt de minister opnieuw een kans geboden om het op afstand bedienen van bruggen een extra veiligheidsimpuls te geven.
De minister heeft in een reactie op het rapport aangegeven bereid te zijn om een verkenning te starten naar de mogelijkheid om vanuit de Rijksoverheid de veiligheid van beweegbare bruggen in Nederland te verbeteren. De Onderzoeksraad interpreteert dit als een aankondiging om te komen tot een landelijke standaard voor de inrichting van op afstand bediende bruggen, inclusief de ondersteunende systemen. De Raad zal het initiatief van de minister en de daaruit voortkomende ontwikkelingen nauwgezet volgen.