De drie organisaties gaven CE Delft de opdracht de consequenties te onderzoeken van een vervroegde sluiting van de Eemshavencentrale, Maasvlaktecentrale en Centrale Rotterdam, per 1 januari 2020. Eerder al besloot het kabinet tot de vervroegde sluiting van een kolencentrale in Amsterdam. Dit was een van de maatregelen die het kabinet nam om te voldoen aan het vonnis dat werd uitgesproken in de Urgenda-klimaatzaak. Door het vonnis moet Nederland volgend jaar de CO2-uitstoot met een kwart hebben teruggedrongen ten opzichte van 1990.
Met de sluiting van de drie centrales kan Nederland aan het vonnis voldoen, zo stellen de organisaties. Als alternatief kunnen gascentrales, die nu niet in werking zijn, ingezet worden. Deze stoten ook broeikasgassen uit, maar de helft minder dan de kolencentrales. Per saldo vermindert de uitstoot met 9 megaton per jaar. Dat is gelijk aan de uitstoot van bijna 2,7 miljoen benzineauto’s, of de helft van de Nederlandse veestapel. Ook kan Nederland meer stroom gaan importeren.
De maatregel is volgens de Natuur & Milieu, Greenpeace en het Longfonds ook betaalbaar. De eigenaren van de centrales moeten weliswaar compensatie krijgen voor gederfde inkomsten en een sluiting van de centrales zorgt voor een stijging van de energierekening van ongeveer 15 euro per huishouden per jaar. Toch is dit de meest betaalbare maatregel om de klimaatdoelen te bereiken, zeggen de organisaties. Alternatieven om CO2 te besparen, zoals investeringen in biomassa of windenergie, vallen bijvoorbeeld duurder uit.
Het kabinet maakt begin juni bekend welke extra maatregelen het neemt om te voldoen aan het Urgenda-vonnis. Dat zou eerst in april gebeuren, maar het kabinet neemt meer tijd ervoor. Het kabinet moet nog een slag maken. Vorig jaar lag de uitstoot 14,5 procent lager dan in 1990.