De concentraties van de aangetroffen stoffen zijn zo laag dat ze naar verwachting geen gezondheidsrisico’s veroorzaken. Dat blijkt uit een studie van het RIVM, waarvoor op een uitzonderlijk warme dag (37 graden) metingen zijn gedaan op een kunstgrasveld. De temperatuur van het rubbergranulaat (de korrels) liep hierbij op tot 70 graden.

Van één stof, formaldehyde, is de hoogst aangetroffen concentratie iets hoger dan de Nederlandse norm voor levenslange blootstelling. Het is niet uit te sluiten dat mensen die daar gevoelig voor zijn lichte irritatieklachten kunnen ervaren. De kans hierop is echter klein, stelt het RIVM. Eventuele klachten zullen van korte duur zijn en verdwijnen zodra de blootstelling is beëindigd.

Geurhinder

Verder kunnen mensen een bepaalde geur hebben waargenomen, veroorzaakt door zogenoemde cresolen. Deze stoffen kunnen namelijk al bij hele lage concentraties worden geroken. In algemene zin kan geur hinder veroorzaken, waaronder misselijkheid, zonder dat het schadelijk is voor de gezondheid. Als de geur verdwenen is, nemen deze klachten snel af.

De studie is uitgevoerd in opdracht van de GGD. Ouders van jonge sporters vroegen zich af of de conclusies van de RIVM-studie uit 2016 nog gelden nu het opgewarmde rubbergranulaat warmer was (tot 70 graden) dan de temperatuur die toen was aangehouden (60 graden).

Drie jaar geleden ontstond bij de diverse amateurclubs onrust omdat kunstgras kankerverwekkende stoffen zou bevatten. Het RIVM deed hierop onderzoek, maar stelde vast dat kunstgras geen risico’s voor de gezondheid met zich meebrengt. De KNVB heeft gezegd desondanks alert te blijven.