Instanties als gemeenten, waterschappen, provincies, defensie, ProRail en Rijkswaterstaat gebruikten in 2018 gezamenlijk bijna 5000 kilogram. Dat is 82 procent minder dan vijf jaar eerder. Het spul wordt vooral gebruikt om spoorwegen onkruidvrij te houden.
Overheden mogen de middelen niet meer gebruiken op stoepen en straten sinds het ‘Besluit gewasbeschermingsmiddelen en biociden’ eind 2017 in werking trad. Ook de inzet ervan bij de groenvoorziening is sindsdien niet meer toegestaan. De middelen, die veel schadelijke stoffen bevatten, mogen alleen nog worden gebruikt als mens, dier en milieu daarmee worden beschermd.
Zo zijn de gewasbeschermingsmiddelen de laatste jaren ingezet om de eikenprocessierups te bestrijden. Daarnaast worden ze gebruikt om invasieve plantensoorten zoals de Japanse duizendknoop een halt toe te roepen. Gemeenten gebruiken dan vaak glyfosaat, bekend onder de naam Roundup.
In plaats van chemische middelen worden vaker alternatieve methoden gebruikt. Borstelen, branden, stomen en het gebruik van heet water zijn steeds populairder.