Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft Amsterdam er netto bijna 10.000 inwoners bijgekregen. Rotterdam groeide met 5570 mensen en Den Haag met 6252 mensen.
Amsterdam verwelkomde 36.000 inwoners vanuit het buitenland, terwijl 21.000 Amsterdammers naar het buitenland emigreerden. Daar staat tegenover dat bijna 43.000 Amsterdammers de stad verruilden voor een andere Nederlandse gemeente, terwijl er vanuit de rest van Nederland maar 32.000 mensen naar Amsterdam verhuisden. Daarnaast werden er bijna 5000 Amsterdammers meer geboren dan er doodgingen. Ook Rotterdam en Den Haag groeiden door immigratie en geboorte en verloren inwoners door verhuizingen, aldus het CBS.
Utrecht is een uitzondering. Het is de enige grote stad die weinig buitenlanders trekt. Bovendien verhuizen er meer mensen vanuit andere Nederlandse plaatsen naar Utrecht dan er vertrekken uit de Domstad.
Door de verhuizing groeiden ook gemeenten als Haarlemmerliede en Spaarnwoude, Diemen, Ouder-Amstel, Vianen en Rijswijk. Al bij al groeide de bevolking vooral in de Randstad en Noord-Brabant. Almere groeide ook sterk. Steenbergen (Noord-Brabant) en Westerwolde (Groningen) kregen er ook veel inwoners bij, maar daar kwam dat door de komst van een asielzoekerscentrum.
In 74 gemeenten daalde het aantal inwoners. Die liggen in krimpregio’s als Groningen, Friesland en Limburg en in de Achterhoek, Zeeland en de Kop van Noord-Holland. Dat komt door vergrijzing daar: er wonen veel ouderen en er worden weinig baby’s geboren.
De Bevolkingsteller van het CBS schat dat Nederland bijna 17,3 miljoen inwoners telt. Dat is ongeveer 100.000 meer dan aan het begin van 2018.