De Omgevingswet beïnvloedt de manier waarop partijen samenwerken aan stedelijk waterbeheer. Wat verandert er, en wat blijft hetzelfde? De antwoorden hierop staan in de Handreiking stedelijk waterbeheer onder de Omgevingswet. Hierin leest u ook hoe het nieuwe stelsel kansen biedt voor klimaatadaptatie.

De handreiking is gemaakt in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, als voorbereiding op de nieuwe Omgevingswet. Een brede begeleidingscommissie keek mee met de adviseurs die de handreiking opstelden. De commissie bestond uit vertegenwoordigers van gemeenten, provincies, waterschappen, rijk, stichting RIONED, omgevingsdiensten en drinkwaterbedrijven.

Taken en bevoegdheden afstemmen

Stedelijk waterbeheer richt zich op de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater en op het omgaan met hemelwater en grondwater. Bij de uitvoering van deze taken zijn veel partijen betrokken, met allerlei rollen en belangen. Dit zijn niet alleen overheden, maar ook particulieren en drinkwaterbedrijven. De Omgevingswet vergroot de beleidsvrijheid van gemeenten, provincies en waterschappen. In de wet staat ook dat bestuursorganen hun taken en bevoegdheden op elkaar moeten afstemmen als deze elkaar raken. Bij het stedelijk waterbeheer is dat dus het geval.

Gemeentelijk rioleringsprogramma

Veel overheden werken aan omgevingsvisies en omgevingsplannen die vooruitlopen op de nieuwe Omgevingswet. De nieuwe wet biedt ruimte voor maatwerk, bijvoorbeeld op het gebied van klimaatadaptatie. Acties en maatregelen die te maken hebben met klimaatadaptatie kunnen worden vastgelegd in een gemeentelijk rioleringsprogramma. Zo’n plan is niet verplicht, in tegenstelling tot het huidige gemeentelijk rioleringsplan (GRP). De opstellers van de handreiking raden overheden aan om de omgevingsvisie niet alleen uit te werken in een omgevingsplan, maar ook in een gemeentelijk rioleringsprogramma.