De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 4 oktober negen uitspraken gedaan over natuurvergunningen die het college van gedeputeerde staten van Overijssel heeft verleend aan veehouderijen in de provincie. Het gaat in zeven van de negen zaken om de verlening van een vergunning voor emissiearme stallen.

Onzeker of emissiearme melkveestallen doen wat ze beloven

Hierover heeft de Afdeling bestuursrechtspraak zich al uitgesproken in de uitspraak van 7 september 2022. Zij kwam toen tot het oordeel dat bij het verlenen van nieuwe natuurvergunningen voor emissiearme stallen met het type A1.13 en A1.28 geen gebruik meer mag worden gemaakt van de tot dan toe gebruikte emissiefactoren, omdat onzeker is of de emissiearme melkveestallen in de praktijk doen wat ze beloven. Melkveehouderijen met dit type stal kunnen alleen een natuurvergunning krijgen als uit een zogenoemde passende beoordeling blijkt dat de natuur geen schade oploopt.

Emissiearme stallen voor varkens en pluimvee

Met de uitspraken van vandaag bevestigt de Afdeling bestuursrechtspraak nog eens dit oordeel. In vier van de zeven uitspraken gaat het ook om emissiearme stallen van het type waar het in de uitspraak van 7 september 2022 ook om ging (202203797/1, 202203799/1, 202203800/1 en 202203805/1). Maar in drie uitspraken van vandaag trekt de Afdeling bestuursrechtspraak dit oordeel door naar emissiearme stallen voor varkens met stalsysteem D3.2.7.1.1. en emissiearme stallen voor pluimvee met stalsysteem E5.11 (202203794/1, 202203801/1 en 202203803/1). Dat betekent dus dat ook met de toepassing van de emissiefactoren voor deze stalsystemen de uitstoot uit deze stallen niet met de vereiste zekerheid kan worden vastgesteld, omdat deze emissiefactoren de werkelijke stikstofuitstoot waarschijnlijk onderschatten.

Koeien in de wei

In drie uitspraken van vandaag gaat het om een natuurvergunning voor een melkveehouderij die zijn koeien niet alleen in de stal maar ook in de wei laat staan. In haar eerdere uitspraak van 12 oktober 2022 over het weiden van vee oordeelde de Afdeling bestuursrechtspraak: “Het weiden van koeien heeft geen negatieve gevolgen voor de natuur als de toename van stikstofuitstoot van koeien in de wei weggestreept kan worden tegen een afname van de stikstofuitstoot doordat minder stalmest wordt uitgereden. Als wegstrepen ofwel ‘intern salderen’ mogelijk is, zijn significante gevolgen van het weiden van koeien voor beschermde natuur uitgesloten. Als dat niet kan worden aangetoond, zal de provincie op basis van een nadere beoordeling de stikstofuitstoot van het beweiden in kaart moeten brengen.” Ook dit oordeel bevestigt de Afdeling bestuursrechtspraak in de drie uitspraken van vandaag (202203795/1, 202203796/1 en 202203805/1).

Strenge Europese natuurbeschermingsregels

De Afdeling bestuursrechtspraak realiseert zich dat de uitspraken van vandaag het verlenen van een natuurvergunning voor veehouderijen bemoeilijkt en vertraagt, maar de strenge Europese natuurbeschermingsregels waaraan Nederland zich heeft gebonden, laten een andere uitkomst niet toe. Het is daarom belangrijk dat het aangekondigde onderzoek naar de effectiviteit van emissiearme stallen snel duidelijkheid biedt.