De kwaliteit van het water in kleine wateren, zoals sloten, vijvers en grachten, is nog steeds niet goed. Dat meldt stichting Natuur & Milieu op basis van het landelijk burgeronderzoek ‘Vang de Watermonsters’, waarin in meer dan duizend wateren metingen zijn gedaan. Meer dan 80 procent van de kleine wateren heeft een matige tot slechte kwaliteit, aldus Natuur & Milieu.
Het onderzoek is voor de derde keer uitgevoerd. De vorige twee edities in 2019 en 2020 wezen ongeveer hetzelfde uit. Ook toen kwam naar voren dat het op een groot aantal plekken nog niet goed gaat met de kwaliteit van kleine oppervlaktewateren. Wateren met een goede waterkwaliteit hebben volgens Natuur & Milieu genoeg onderwaterplanten en weinig voedingsstoffen, zoals nitraat en fosfaat, in het water.
Volgens de organisatie zijn de belangrijkste bronnen van vervuiling mest en bestrijdingsmiddelen uit de landbouw. Maar bijvoorbeeld ook stoffen die via het rioolwater in het milieu komen, zoals medicijnresten en PFAS. Dat is een verzamelterm voor schadelijke chemische stoffen die van nature niet in het milieu voorkomen, en worden toegepast in bijvoorbeeld regenkleding en antiaanbakpannen. “Vergelijk je de gemeten waterkwaliteit uit dit en andere onderzoeken met andere Europese landen, dan bungelt Nederland onderaan de Europese lijsten”, aldus Natuur & Milieu.
In het onderzoek zijn ook tien wateren geselecteerd met een goede waterkwaliteit en rijke biodiversiteit. Deze zogeheten waterparels kunnen als voorbeeld dienen voor de te nemen maatregelen, denkt de stichting. “Niet elk water is immers hetzelfde en elk gebied vraagt om een specifieke oplossing.” Ook zou er een goede samenwerking moeten zijn van gemeenten, provincies en waterschappen, maar ook van omwonenden, boeren, natuurbeherende organisaties en particuliere eigenaren.
Het onderzoek is een initiatief van onder meer Natuur & Milieu, ASN Bank en tien waterschappen.