Het is belangrijk dat de bouwsector schoner wordt. Ook de sector zelf heeft daar baat bij, zegt minister Stientje van Veldhoven (Wonen). De crisis die is ontstaan door strenge normen voor zogenoemde PFAS, schadelijke chemische stoffen, heeft dat nog duidelijker gemaakt, aldus de bewindsvrouw.
“We moeten met elkaar op zoek naar mogelijkheden om het voor de bouwers mogelijk te maken om schoner te kunnen bouwen”, zegt Van Veldhoven.
Ze reageert op uitspraken van Taco van Hoek, de directeur van het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB). In vakblad CoBouw zegt hij dat de sector vaker te maken zal krijgen met toxische stoffen. De minister denkt ook dat PFAS-achtige stoffen “meespelen op lange termijn”.
Daarom is verschoning van de bouw niet alleen nodig, maar ook goed voor de sector zelf, aldus Van Veldhoven. Als voorbeeld noemt ze de stikstofproblemen in de bouw. “Als je minder stikstof uitstoot, kun je ook meer bouwen.”
Het EIB zei deze week dat de bouw dit jaar licht krimpt vanwege de stikstof- en PFAS-problemen. De sector kan volgens het instituut pas weer in 2022 groei verwachten. “Op de korte termijn wringt het”, aldus Van Veldhoven. “Dat zal niemand verbazen, gezien de huidige situatie.”
De woningcrisis in Nederland was voor een meerderheid in de Tweede Kamer deze week reden om niet alleen Van Veldhoven, maar ook premier Mark Rutte naar de Kamer te roepen om hierover in debat te gaan. Rutte zei vrijdag na de wekelijkse ministerraad dat hij kijkt of hij daadwerkelijk bij dat debat aanwezig is. De premier voegde eraan toe dat schoner bouwen niet een doel op zich is, maar dat vergroening in de sector uiteindelijk ook tot een hogere productie leidt.