De minister van Infrastructuur moet beter motiveren of de berekeningen van de stikstofuitstoot van een doorgetrokken snelweg A15 wel volledig zijn. De minister krijgt daarvoor een half jaar de tijd. Dat heeft de Raad van State woensdag besloten in een tussenuitspraak over het tracébesluit, dat in 2017 is genomen om de snelweg in de buurt van Arnhem te kunnen aansluiten op de snelweg A12.
Tegen dat besluit kwamen 44 bezwaren binnen bij de hoogste bestuursrechter. Over de aansluiting wordt al tientallen jaren gediscussieerd. Verkeer vanuit Rotterdam richting Duitsland moet nu omrijden via Arnhem, omdat er 12 kilometer snelweg ontbreekt. Dat zorgt voor dagelijkse, lange files in de regio Arnhem-Nijmegen. De aanleg van het ontbrekende snelwegdeel gaat ongeveer een miljard euro kosten. Als de Raad van State woensdag het groene licht had gegeven, had het karwei in 2025 klaar kunnen zijn, maar nu treedt opnieuw vertraging op.
De minister heeft voor het besluit over de A15 een rekenmodel gebruikt, waarin de stikstofneerslag in natuur op meer dan 5 kilometer afstand van de weg niet wordt meegeteld. Maar, zegt de Raad van State, voor andere bronnen van stikstofuitstoot zoals de scheepvaart en de veehouderij, wordt de uitstoot op veel grotere afstanden wel meegerekend. De minister heeft volgens de hoogste bestuursrechter geen goede verklaring gegeven voor dit verschil en daarom kan niet worden vastgesteld of het tracébesluit geen nadelige gevolgen heeft voor natuurgebieden op enige afstand van de snelweg. Europese natuurwetgeving vereist dat stikstofgevolgen “volledig, precies en definitief” in kaart worden gebracht.
Het bestreden rekenmodel is bij meer wegenbesluiten gebruikt. Als de minister niet goed genoeg kan uitleggen waarom de stikstofberekening wel klopt, kan dat gevolgen hebben voor andere grote infrastructurele projecten in het land. Welke dat zijn is volgens een woordvoerster van de Raad van State op dit moment niet precies te zeggen.
Het bezwaar tegen de stikstofberekening voor de A15 was ingebracht door Natuur en Milieu Gelderland. De Raad van State heeft tientallen andere bezwaren die betrekking hadden op geluidsoverlast, luchtkwaliteit, woongenot en natuurhinder vrijwel allemaal ongegrond verklaard in de uitspraak, die tweehonderd pagina’s telt. Over dergelijke zaken kan nu niet meer worden geprocedeerd.
Een woordvoerster van het ministerie van Infrastructuur laat weten dat de uitspraak wordt bestudeerd. “Het kabinet onderzoekt (…) al of voor alle emissiebronnen (landbouw, verkeer, industrie) vastgesteld kan worden tot waar de depositiebijdrage van projecten berekend moet worden”, laat ze in een verklaring weten.