Woonminister Mona Keijzer (BBB) begrijpt zorgen die leven om de Wet betaalbare huur, waarmee huurprijzen in het middensegment gemaximeerd worden. Maar ze houdt vast aan het evaluatiemoment begin volgend jaar. Zowel de Eerste als Tweede Kamer hebben daar om gevraagd, en minister Keijzer houdt zich daaraan.
De wet, ingevoerd door Keijzers voorganger Hugo de Jonge, leidt tot veel weerstand onder met name verhuurders. Zij kunnen niet meer dan ruim 1100 euro huur vragen, als hun woning niet genoeg punten scoort op bijvoorbeeld grootte of voorzieningen. Deze week sprak Klaas Knot, baas van De Nederlandsche Bank, zich uit tegen de wet: hij riep de politiek op om de wet terug te draaien. Oppositiepartijen reageerden daar woest op.
“Ik zie de zorgen en deel de zorgen”, zei Keijzer. “Maar ik ben verantwoordelijk voor het uitvoeren van de wet.” Keijzer wil begin volgend jaar kijken hoeveel huurwoningen dankzij de wet zijn verkocht, en wat de gevolgen zijn voor huurders op de steeds krappere huurmarkt. Zij neemt dan de betaalbaarheid van de huur en de bouw van genoeg nieuwe woningen als uitgangspunt. Pas dan kan ze mogelijk naar de Kamer, met het voorstel om de wet weer in te trekken.