In 2024 zijn plastic wegwerpbekers en -maaltijdverpakkingen in principe niet toegestaan als je ter plaatse in een horecagelegenheid, op een festival of op kantoor eet of drinkt. Herbruikbare borden en bekers zijn dan de norm om milieuvervuiling en plastic soep te voorkomen. Dat schrijft staatssecretaris Vivianne Heijnen (Milieu) vandaag in een brief aan de Tweede Kamer. De maatregelen hebben als doel de enorme aantallen plastic producten die na eenmalig gebruik worden weggegooid te verminderen.
Staatssecretaris Heijnen: “Elke dag gooien we alleen al in Nederland 19 miljoen plastic bekers en voedselverpakkingen weg, na eenmalig gebruik. Daar moeten we toekomstige generaties niet mee blijven opzadelen. Er is een ommezwaai nodig van wegwerp naar hergebruik. Veel ondernemers zijn hier al goed mee bezig. Zo voorkomen we plastic soep, gaan we zorgvuldiger om met grondstoffen en laten we een schonere wereld achter.”
Afwasbare mokken vanaf 2024 op kantoor
In de regels voor minder plastic wegwerpbekers en -maaltijdverpakkingen is een onderscheid gemaakt tussen consumptie ter plaatse en consumptie onderweg (afhaal en bezorging). Bij consumptie ter plaatse wordt per 2024 herbruikbaar servies het uitgangspunt: de afwasbare koffiemok op kantoor en het bord in de kantine en eethuisjes. Alleen zorginstellingen zijn uitgezonderd. Wanneer het echt nodig is, kunnen bedrijven ervoor kiezen bepaalde plastic wegwerpbekers en -maaltijdverpakkingen te blijven gebruiken, mits ze 75%-90% hiervan weer inzamelen voor hoogwaardige recycling. Dat kan door gescheiden inzameling met bijvoorbeeld een retoursysteem, zodat van de grondstoffen weer nieuwe bekers en bakjes gemaakt kunnen worden.
Verbod op gratis koffiebeker to go per juli 2023
Voor consumptie onderweg en afhaal geldt per juli 2023 dat een bedrag betaald moet worden voor plastic wegwerpbekers en -maaltijdverpakkingen, bovenop de prijs voor de koffie of de maaltijd. Dit geldt ook voor de op het oog papieren bekers waaruit bijvoorbeeld veel koffie to go wordt gedronken. Hier zit namelijk ook een laagje plastic in. Dat betekent dat per juli 2023 een verbod geldt op het gratis verstrekken van plastic wegwerpbekers en -voedselverpakkingen voor eenmalig gebruik. Ondernemers mogen zelf bepalen hoeveel ze per plastic wegwerpbeker of -bakje vragen. 100% papieren – en andere plasticvrije wegwerpverpakkingen blijven wel toegestaan. Tegelijkertijd wordt hergebruik gestimuleerd doordat ondernemers ook herbruikbare alternatieven moeten aanbieden voor maaltijden en dranken die ter plekke worden bereid. Daarnaast gaan in supermarkten sommige plastic verpakkingen die vergelijkbaar zijn met to go verpakkingen ook geld kosten, zoals een voorverpakt broodje of een salade.
Opruimen van plastic zwerfafval
Ook zal met de nieuwe regels vanaf 2023 de rekening voor het opruimen van het zwerfafval op straat, in sloten, rivieren en natuurgebieden van plastic producten worden betaald door de producenten die deze producten op de markt brengen. Dat geldt specifiek voor drinkbekers, voedselverpakkingen, zakjes, wikkels, plastic tasjes, sigarettenfilters, ballonnen en vochtige doekjes. Dit geld wordt verdeeld over overheidsorganisaties die zwerfafval opruimen, zoals gemeenten en provincies. Wel blijft het natuurlijk de verantwoordelijkheid van iedereen om geen afval op straat te gooien.
Plastic soep tegengaan
De maatregelen komen voort uit de Europese Single-Use Plastics richtlijn. In alle Europese lidstaten zijn sinds 3 juli 2021 door deze richtlijn maatregelen genomen om impact op het milieu van de tien meest gevonden plastic wegwerpproducten op stranden te verminderen. Denk aan het verbod op o.a. plastic rietjes, plastic bestek en plastic roerstaafjes. Daarnaast is het sinds 2017 verboden om plastic tasjes gratis te verstrekken. Met succes: sindsdien is het aantal plastic tasjes dat in het zwerfafval belandt met 70% afgenomen. Voor het gebruik van plastic wegwerpbekers en -voedselverpakkingen moeten lidstaten in 2026 een ambitieuze en aanhoudende vermindering ten opzichte van 2022 bereiken. De maatregelen die hierboven zijn beschreven, moeten ertoe leiden dat die vermindering in Nederland wordt bereikt.