Vijfentwintig middelgrote gemeenten, waaronder Terneuzen, Zutphen en Weert, willen komende jaren minstens 65.000 huizen bouwen om te helpen met het oplossen van het grote woningtekort in Nederland. Ze denken dat ze dit sneller en goedkoper kunnen dan grotere gemeenten. Maar daarvoor is het wel nodig dat er de nodige drempels weggenomen worden die het bouwen in deze plaatsen in de weg zit.
De gemeenten kondigen hun plannen aan via het samenwerkingsverband M50. Donderdag bieden M50 en de 25 betrokken wethouders die aan bij woonminister Hugo de Jonge. “Middelgrote gemeenten kunnen bouwen in hartje centrum, zonder grote transformaties of infrastructurele ontwikkeling. Dat drukt de kosten en brengt de vaart erin”, zo legt burgemeester Sjoerd Potters van De Bilt uit. Hij is voorzitter van M50.
Om de woningnood tegen te gaan, heeft het kabinet afgesproken tot 2030 in totaal 900.000 woningen te bouwen. Maar bij maatregelen om de bouw aan te zwengelen vallen de gemeenten met 30.000 tot 80.000 inwoners soms buiten de boot, is de indruk bij M50.
“Voor de zogenaamde woningbouwimpuls deed het kabinet een greep uit de kas van het gemeentefonds, maar door strenge eisen en hoge drempels vloeien de gelden vooral naar grote gemeenten en advieskantoren”, geeft Potters bijvoorbeeld aan. Voor deze regeling moet een project bestaan uit minstens 500 huizen, maar dat is vaak niet haalbaar voor projecten in middelgrote gemeenten. M50 wil dat De Jonge deze eis loslaat.
Doordat projecten in deze gemeenten kleiner zijn, zijn ze volgens de organisatie vaak juist sneller te realiseren. De grond is er goedkoper en plekken voor toekomstige nieuwbouwwijken zijn minder volgebouwd dan in grotere steden het geval is. Een voorbeeld is de wijk Veghels Buiten in de gemeente Meierijstad. De gemeente is daar eigenaar van de grond. Daardoor kan er een stuk sneller en goedkoper worden gebouwd. Veel grotere gemeenten zijn volgens een woordvoerder van M50 zelf geen grondeigenaar.
Een andere drempel die M50 aanstipt betreft bijvoorbeeld de vele protesten tegen nieuwe woningbouwplannen. Procedures lopen soms tot aan de Raad van State, wat een project jaren kan vertragen. Vertraging is volgens de gemeenten niet alleen vervelend met het oog op de bouwambities van het kabinet, zelf willen ze er ook graag zo snel mogelijk meer huizen bij hebben. “In middelgrote gemeenten zoals Waalwijk, Veghel, Doetinchem en De Bilt groeit de werkgelegenheid. Bovendien willen wij onze jongeren een huis bieden”, aldus Potters.