Vooral minder huurwoningen
In totaal werd in 2016 voor 51 duizend te bouwen woningen een vergunning afgegeven, bijna 5 procent minder dan in 2015. Het aantal koopwoningen (ruim 35 duizend) lag ruim 2 procent lager dan in 2015. Doordat woningcorporaties minder bouwden, daalde het aantal nieuwe huurwoningen waarvoor een vergunning is verleend met 10 procent tot bijna 16 duizend.
Het aantal vergunde nieuwbouwwoningen ligt in 2016 weliswaar hoger dan het dieptepunt van 2013, maar is zeker nog niet terug op het niveau van voor de crisis. In de hoogtijperiode werd voor zo’n 90 duizend woningen per jaar een vergunning verleend.
Vergunningverlening aan overheden en woningcorporaties blijft achter
Bouwers voor de markt, zoals projectontwikkelaars, droegen met ruim 35 duizend vergunde nieuwbouwwoningen het meeste bij aan het totaal. Toch zagen zij het aantal vergunde nieuwbouwwoningen teruglopen met ruim 8 procent. Het aantal te bouwen woningen in opdracht van overheden en woningbouwcorporaties daalde met 30 procent nog veel harder. Voor ruim 5 duizend nieuwbouwwoningen werd in deze sector een vergunning verleend.
Ter vergelijking: in 2008 en 2009 waren dit er jaarlijks zo’n 25 duizend. Alleen andere particuliere opdrachtgevers, die voor eigen gebruik bouwen, ontvingen voor meer nieuwe woningen een vergunning. Dit aantal steeg met 38 procent ten opzichte van 2015 naar bijna 10,5 duizend. Sinds 2000 is dit aantal niet meer zo hoog geweest.