Kleine bossen, zelfs als ze kleiner zijn dan een voetbalveld, zijn belangrijker dan gedacht, concluderen onderzoekers van de Universiteit Gent. Zo halen ze relatief meer broeikasgassen uit de atmosfeer dan grotere bossen en bieden ze beter voedsel voor wilde dieren, zoals bessen of jonge boompjes.
De wetenschappers weerspreken het heersende beeld dat grotere bossen zorgen voor meer biodiversiteit en beter zijn voor het ecosysteem. “In verhouding tot grote bossen bevatten kleine bosjes inderdaad minder soorten planten en dieren, maar ze leveren wel proportioneel meer ecosysteemdiensten per oppervlakte”, aldus professor Pieter De Frenne. Daarmee wordt gedoeld op zaken als bescherming tegen overstromingen, bestuiving van gewassen door wilde insecten, natuurlijke waterzuivering, klimaatregulering en recreatie in de natuur.
De resultaten tonen aan dat het belang van kleine bossen voor de maatschappij niet mag worden onderschat, aldus de onderzoekers die bossen in heel Europa onder de loep namen. Beleidsmakers moeten volgens hen voor veel meer energie steken in het behoud van kleine bospercelen, “want ze hebben een groot maatschappelijk belang”.
De conclusies lijken op gespannen voet te staan met het voornemen van de Nederlandse regering om te kijken of de bescherming van kleine natuurgebieden kan worden verminderd in verband met de stikstofcrisis.