Het kabinet gaat maatwerkgesprekken opstarten met bedrijven met afvalverbrandingsinstallaties. Dat melden staatssecretaris Jansen (Infrastructuur en Waterstaat) en minister Hermans (Klimaat en Groene Groei) in een brief aan de Tweede Kamer. Afvalverbranders hebben een belangrijke rol in het afvalbeheer maar zijn ook grote uitstoters van CO2 en andere milieuvervuilende stoffen zoals stikstof. Zij hebben daarmee een grote impact op onze leefomgeving.
Met maatwerkafspraken wil het kabinet bedrijven helpen om in Nederland te kunnen verduurzamen. Het gaat daarbij om het verlagen van de CO2– en stikstofuitstoot en om het bijdragen aan een schone leefomgeving en een circulaire economie. Voor de maatwerkafspraken met de afvalverbranders is in het Meerjarenprogramma Klimaatfonds € 222 miljoen gereserveerd. In eerste instantie zullen gesprekken worden opgezet met 2 bedrijven. De eerste afvalverbranders waarmee het kabinet om tafel gaat zijn AEB (Amsterdam) en AVR (Rotterdam en Duiven).
Visie op afvalverbranding
Voor de maatwerkgesprekken zal de beleidsvisie afvalverbranding, die op 17 januari aan de Tweede Kamer is gestuurd, als basis dienen. Die nieuwe visie is nodig vanwege het streven naar grondstoffenbehoud, het doel om klimaatneutraliteit te bereiken en nieuw beschikbare technieken.
Afvalverbranding blijft nodig
Afvalverbranding zal voorlopig niet verdwijnen: het blijft nodig voor bepaalde afvalstromen, bijvoorbeeld als recycling (nog) niet mogelijk is, voor het vernietigen van bepaalde verontreinigingen (zoals zeer zorgwekkende stoffen) en om ethische redenen (zoals medisch afval).
Afvalverbrandingsinstallaties leveren ook energie aan industrie en, vooral warmte, aan huishoudens. Wel is de verwachting dat de rol van afvalverbranding, zowel voor onze afvalverwerking als energielevering, in de toekomst steeds kleiner wordt. Dit komt door beter productontwerp, betere inzameling en afvalscheiding en de beschikbaarheid van andere verwerkingstechnieken. Hierdoor zal er meer hergebruikt en gerecycled en minder verbrand worden in de toekomst.