Klimaatminister Rob Jetten heeft op 1 november namens het kabinet de Klimaatnota aangeboden aan de Tweede Kamer. Op korte termijn daalt de uitstoot van broeikasgassen in Nederland hard, waardoor het naar uitziet dat het Urgendadoel dit jaar wordt gehaald. Tegelijkertijd heeft het kabinet nog huiswerk te doen om de ambities op de langere termijn te bereiken. Daarom zet het kabinet in op aanscherping en versnelling van het klimaatbeleid en voortvarende uitvoering van bestaande klimaatplannen.

Voortgang klimaatdoelen

Klimaatdoel 2030

Het kabinet heeft in het coalitieakkoord een flink pakket aan klimaatmaatregelen aangekondigd. Deze plannen leveren extra reductie op, maar de geraamde daling van de broeikasgasemissies in 2030 loopt nog niet in de pas met de aanscherping van de doelstelling van 49% naar 55% emissiereductie in 2030 ten opzichte van 1990. Op basis van het huidige beleid is de uitstoot van broeikasgassen in 2030 ten opzichte van 1990 met 41-52% verminderd. Daarbij past de kanttekening dat het kabinet verwacht dat de daadwerkelijke emissiereductie in 2030 hoger ligt. Dat komt omdat een deel van het in het coalitieakkoord aangekondigde klimaatbeleid en beleid dat voorkomt uit de Europese klimaatonderhandelingen nog niet ver genoeg is uitgewerkt en daardoor nog niet is meegenomen in de doorrekening van het Planbureau voor de Leefomgeving. Desondanks zet het kabinet in op aanscherping en versnelling van het klimaatbeleid, zodat de uitstoot van broeikasgassen in 2030 met ten minste 55% is verminderd.

Urgendavonnis

De uitstoot van de Nederlandse economie is dit jaar hard gedaald. Ten opzichte van vorig jaar is de uitstoot met gemiddeld 10% gedaald in de eerste helft van dit jaar. Dit betekent dat het er naar uitziet dat de doelstelling die voortkomt uit het Urgendavonnis – 25% broeikasgasreductie ten opzichte van 1990 – dit jaar wordt behaald.

Van ambitie naar actie

De klimaatplannen van het kabinet zijn onverminderd ambitieus. Dat is onder meer bevestigd door de Raad van State en het Planbureau voor de Leefomgeving. Om de ambities waar te maken komt het aan op voortvarende uitvoering van de klimaatplannen. Daarom wil het kabinet zijn klimaatactie langs vier lijnen versnellen. Allereerst door op volle kracht door te gaan met de uitwerking van reeds aangekondigd klimaatbeleid, zoals het Klimaatfonds en het Klimaatburgerberaad, en waar mogelijk te versnellen. Ook wordt belangrijke wet- en regelgeving voor de klimaat- en energietransitie, zoals bijvoorbeeld de Warmtewet en de Energiewet, de komende tijd aangepast. Daarnaast bereidt het kabinet door middel van een groot interdepartementaal beleidsonderzoek nieuwe maatregelen en aanscherpingen op het klimaatbeleid voor. In het voorjaar komen al deze sporen samen en besluit het kabinet over een stevig maatregelenpakket dat erop gericht is dat Nederland in 2030 60% minder broeikasgassen uitstoot in vergelijking met 1990. Het kabinet mikt bewust hoger dan 55%, zodat de uitstoot van broeikasgassen in 2030 met minimaal 55% is verminderd. Tot slot zal het kabinet zich ook in internationaal verband, zoals op de Klimaattop in Egypte, inzetten voor concrete klimaatambitie, inclusief het binnen bereik houden van het 1,5°C-doel en meer en betere toegang tot klimaatfinanciering voor ontwikkelingslanden.

Wetenschappelijke Klimaatraad

Het kabinet heeft tevens bekend gemaakt dat het per koninklijk besluit een wetenschappelijke klimaatraad instelt die het klimaatbeleid gaat beoordelen en erover adviseert. Met dit besluit kan op korte termijn en door middel van een open sollicitatieprocedure worden gestart met het werven van de voorzitter.

Documenten