Vandaag hebben minister De Jonge voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en minister Harbers van Infrastructuur en Waterstaat samen met de ontwerp- bouw- en technieksector, banken en brancheverenigingen een intentieverklaring ‘Samen doorbouwen in onzekere tijden’ getekend. Door de oorlog in Oekraïne en de hoge inflatie zijn materialen duurder en moeilijker verkrijgbaar, waardoor projecten duurder worden. Dat heeft gevolgen voor de continuïteit van bouwprojecten die van groot economisch en maatschappelijk belang zijn, zoals woningbouw en onderhoud en renovatie van infrastructuur en de gebouwde omgeving. Met deze intentieverklaring willen de betrokken partijen zich daarom gezamenlijk inzetten voor het bevorderen van continuïteit, zodat er doorgebouwd kan worden.
Continuïteit en afspraken
De intentieverklaring bevat uitgangspunten om tot werkbare oplossingen te kunnen komen bij gezamenlijke projecten. Deze oplossingen zullen, afhankelijk van contractvormen en reeds gemaakte afspraken, per project worden bekeken. De verklaring bevat dan ook geen nieuwe juridische afspraken of budgettaire kaders, maar is erop gericht per project oplossingen te vinden die, onder moeilijke en onzekere omstandigheden, voor zowel de opdrachtgever als de opdrachtnemer passen. Dit kunnen bijvoorbeeld afspraken zijn over herontwerp, aanbesteding- en vergunningprocedures, over flexibilisering en eventueel temporisering in programmering en realisatie. Dit betekent dat bijvoorbeeld de planning of invulling van een project kan worden aangepast om het project beter uitvoerbaar te maken door keuze voor andere materialen of de planning aan te passen op de levering van materialen die moeilijker te verkrijgen zijn.
Uitgangspunten van de intentieverklaring
Met dit gemeenschappelijk handelingsperspectief richten wij ons op vermindering van risico’s, beperken van schade en bevorderen van continuïteit in de bouwproductie als het gaat om bouwprojecten met een groot maatschappelijk belang en de werkgelegenheid in de bouwsector. De uitgangspunten van het handelingskader zijn:
- dat financiële risico’s niet eenzijdig bij één partij in de keten worden neergelegd; noch in zijn geheel bij de consumenten, opdrachtgevers, opdrachtnemers en/of belastingbetaler;
- dat opdrachtgevers- en nemers in goed onderling overleg – ook richting onderaannemers-, rekening houdend met elkaars belangen, tot afspraken zullen komen over hoe met risico’s van prijsstijgingen en leveringsproblemen in aanbestedingen en nieuw te sluiten contracten om te gaan;
- dat partijen in goed onderling overleg tot afspraken komen over hoe te handelen in het geval bestaande contractuele afspraken door de crisis niet (tijdig) kunnen worden nagekomen;
- dat partijen zich in onderling vertrouwen en gezamenlijk in zullen zetten voor het zo goed mogelijk op gang houden van de bouwstromen.
Ondersteunende partijen
Aedes, IPO Interprovinciaal Overleg, Koninklijke Bouwend Nederland, Koninklijke NLIngenieurs, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, NEPROM Nederlandse Vereniging van, Projectontwikkeling Maatschappijen, NVTB Nederlandse Vereniging, Toeleverende Bouwmaterialenindustrie , Rijksvastgoedbedrijf, Rijkswaterstaat, Techniek Nederland, TKI Urban Energy, TNO, VNG Vereniging van Nederlandse Gemeenten, BNA Branchevereniging Nederlandse Architectenbureaus, Unie van Waterschappen.