De wethouders van de zes grote steden maken zich zorgen over de toekomst van de binnensteden. Ze zijn bang dat die hun “unieke karakter” verliezen als gevolg van leegstaande panden. In een brief vragen ze minister Eric Wiebes en staatssecretaris Mona Keijzer om “ruimte om met ondernemers in de binnensteden te experimenteren” en zo verloedering te voorkomen.
Volgens de wethouders van Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht, Eindhoven en Groningen is de kans groot dat er na de huidige harde lockdown veel leegstand ontstaat. Vastgoed kan dan in ongewenste handen komen, waardoor verloedering ontstaat. Uiteindelijk zal dat ook leiden tot een minder aantrekkelijk vestigingsklimaat, menen ze.
De wethouders vragen Wiebes en Keijzer daarom om mogelijkheden om ondernemers weer perspectief te geven. “Wij willen ruimte om samen met ondernemers in onze binnensteden te experimenteren met veilige maatregelen”, zoals de toestemming voor pilots in de evenementenbranche.
De Utrechtse wethouder Klaas Verschuure noemt als voorbeeld dat in Utrecht een constructie is bedacht waar bij leegstand in een winkelstraat het betreffende pand wordt opgekocht. “Daarna wordt het pand bijvoorbeeld getransformeerd naar een mooie winkelruimte”, aldus Verschuure. “Zo’n experiment zouden we ook op grotere schaal kunnen proberen, maar daar hebben we wel de steun van de overheid bij nodig.”