GroenLinks en D66 willen de Klimaatwet aanscherpen. Daarin staat dat de uitstoot van broeikasgassen in 2030 minimaal 49 procent minder moet zijn ten opzichte van 1990. Beide partijen werken aan een initiatiefwet om daar minimaal 55 procent van te maken.
In het regeerakkoord is die 49 procent vastgelegd. Dat was een compromis tussen de vier coalitiepartijen. Wel beloofde het kabinet in Europa het voortouw te nemen om het doel op 55 procent te krijgen. Minder CO2 moet de opwarming van de aarde en verandering van klimaat tegengaan.
De Europese Commissie lijkt ook richting 55 procent te gaan. Om Brussel over de streep te trekken zou Nederland volgens regeringspartij D66 en oppositiepartij GroenLinks het goede voorbeeld moeten geven door de eigen klimaatdoelstelling te verhogen.
Volgens Jesse Klaver (GroenLinks) betekent aanscherping van de wet dat er meer moet gebeuren. “Denk aan internationale treinen goedkoper maken dan vliegtuigen, snellere inkrimping van de bio-industrie en krachtige CO2-belasting voor de industrie.”
Rob Jetten van D66 zegt dat het klimaatprobleem niet minder urgent is geworden door de coronacrisis en dat er tempo moet worden gemaakt. “Als wij de kar trekken in Europa kunnen we ook als eerste de vruchten plukken van de overgang naar die nieuwe en schone economie.”
De Tweede Kamer stemde eind 2018 met een grote meerderheid in met de Klimaatwet. Het oorspronkelijke plan was van GroenLinks en PvdA uit 2015. De vier coalitiepartijen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie sloten zich aan bij het wetsvoorstel, net als SP en 50PLUS.