De VNG en IPO gaan niet akkoord met het wetsvoorstel Warmtewet zoals deze nu voorligt. Het wetsvoorstel biedt veel goeds, maar voor gemeenten en provincies is het altijd een cruciaal punt geweest dat de nieuwe warmtewet gemeenten de mogelijkheid biedt de regiefunctie in te kunnen vullen.
Het wetsvoorstel Wet Collectieve Warmtevoorzieningen (Warmtewet 2.0) is een belangrijk onderdeel van de energietransitie. De wet dient voor te sorteren op het integrale energiesysteem waarin de verschillende energiemodaliteiten, gas, elektriciteit en warmte, een plek krijgen, en om de publieke belangen (betrouwbaarheid, duurzaamheid, betaalbaarheid en energierechtvaardigheid) te borgen.
Regiefunctie en keuzevrijheid
De VNG en IPO hebben de afgelopen maanden samen constructieve gesprekken gevoerd met het ministerie van EZK over het wetsvoorstel. Veel van onze argumenten zijn dan ook verwerkt in het wetsvoorstel. Voor gemeenten en provincies is het altijd een cruciaal punt geweest dat de nieuwe warmtewet gemeenten de mogelijkheid biedt de regiefunctie (zoals afgesproken in het Klimaatakkoord) ook in te kunnen vullen. Daarbij gaat het ook om het kunnen sturen op het soort warmtebedrijf dat passend wordt geacht in de lokale situatie. Onderdeel daarvan kan zijn sturen op een publieke warmte-infrastructuur, omdat dit mede een instrument is om de publieke belangen, in het bijzonder energierechtvaardigheid, van de energietransitie te garanderen.
In gesprek over alternatief
Het huidige wetsvoorstel, zoals het nu is geformuleerd, biedt veel goeds, maar gemeenten willen meer mogelijkheden om te kunnen sturen. De regiefunctie en daarmee samenhangende keuzevrijheid, zoals vastgelegd in het Klimaatakkoord, wordt in dit wetsvoorstel onvoldoende gegarandeerd. Over het “wat” zijn wij het eens; over het “hoe en met wie” verschillen wij. Wij staan op een cruciaal kruispunt waarbij wij publieke regie moeten borgen. Het is aan het nieuwe kabinet om te beslissen over het wetsvoorstel. Daarmee is ruimte om de wensen nader te onderzoeken. Wij blijven met het ministerie in gesprek om gezamenlijk een alternatief te formuleren ten behoeve van keuzes voor een nieuw kabinet.