Staatssecretaris Steven van Weyenberg van Infrastructuur en Milieu gaat de wettelijke regels voor asfaltcentrales aanpassen, als dat nodig blijkt. Dat heeft de bewindsman toegezegd op de vraag van gemeenten met een asfaltcentrale om de bestaande regels nog eens tegen het licht te houden. Recent bleek dat asfaltcentrales in Nijmegen, Eindhoven en Stein te veel schadelijke stoffen uitstootten. Dat heeft voor grote onrust onder omwonenden gezorgd.
De Nijmeegse asfaltcentrale staat op een industrieterrein in het westelijk deel van de stad waar veel bedrijven met zware industrie zijn gevestigd. Vijftien van die bedrijven moeten een vergunning voor uitstoot hebben. Uit een inventarisatie van de gemeente blijkt dat vier bedrijven de toegestane grenswaarde overschrijden. Een vijfde bedrijf moet de vergunning actualiseren, aldus de gemeente. Er is gekeken naar uitstoot die invloed kan hebben op de gezondheid van omwonenden, zoals naftaleen, stikstofdioxide, benzeen, fijnstof en stank.
In afwachting van aanscherping van de landelijke regels gaat een extern bureau alvast voor Nijmegen de hele organisatie van de vergunningverlening, het toezicht daarop en de handhaving onder de loep nemen. Het systeem is volgens de gemeente erg ingewikkeld, omdat soms de gemeente en soms de provincie de vergunningverlener is en dus ook toezicht moet houden.
Overigens is uit de inventarisatie ook gebleken dat de luchtkwaliteit in Nijmegen-West de afgelopen jaren sterk is verbeterd. Dat komt doordat sommige bedrijven gesloten zijn en anderen milieumaatregelen hebben genomen. De industrie is volgens de gemeente voor 10 procent verantwoordelijk voor negatieve gezondheidseffecten door luchtvervuiling.