Gemeenten zitten op schema om voor eind dit jaar een transitievisie warmte gereed te hebben. Dit blijkt uit de tussentijdse monitoring. Bijna de helft van de gemeenten heeft de transitievisie al klaar. Vrijwel alle andere gemeenten ronden de plannen nog dit jaar af en een enkeling begin volgend jaar.
In het Klimaatakkoord is afgesproken dat voor het einde van 2021 alle gemeenten een vastgestelde transitievisie warmte moeten hebben. Hierin beschrijven gemeenten met welke wijken of buurten ze starten om deze aardgasvrij te maken of te verduurzamen, en welke alternatieven voor aardgas daarbij in beeld zijn. Het doel is dat in 2030 circa 1,5 miljoen woningen en overige gebouwen aardgasvrij zijn gemaakt of verduurzaamd. Ook dat staat in het Klimaatakkoord. De uitvoering van die plannen moet leiden tot een forse CO2-reductie in de gebouwde omgeving.
Op schema voor 2030
In 90 plannen hebben gemeenten al aangegeven om hoeveel woningen het gaat. De teller staat nu op circa 700.000 panden. Een groot deel van deze panden wordt aardgasvrij gemaakt, een ander deel wordt alvast verduurzaamd. Aan de hand van deze plannen krijgen gebouweigenaren een eerste indicatie over de planning en een mogelijk alternatief voor het huidige aardgas. Daarmee kunnen ook zij verder met het nemen van maatregelen, zoals isolatie.
Het is nu wel zaak om door te pakken en ervoor te zorgen dat gemeenten de plannen ook daadwerkelijk kunnen gaan uitvoeren. Gemeenten staan samen met inwoners in de startblokken om aan de slag te gaan. Daarbij hoort wel duidelijkheid over de financiële ondersteuning voor gemeenten bij het uitvoeren van de transitievisies warmte en duidelijkheid over de betaalbaarheid van de energietransitie in de gebouwde omgeving voor inwoners.