Kleine en middelgrote gemeenten zijn niet in staat om gifstoffen in de bodem te onderzoeken, zoals het Rijk van ze gaat eisen. Ze ontberen kennis en het ontbreekt ze aan kundig personeel, meldt Trouw. Toch maakt het Rijk ze verantwoordelijk voor bodemonderzoek naar zogenoemde ‘zeer zorgwekkende stoffen’ (ZZS).
Provincies en gemeenten zijn al verantwoordelijk voor de controle op de uitstoot van de giftige stoffen, van grote bedrijven zoals Tata Steel maar ook van kleinere bedrijven. Het gaat om het verlenen van vergunningen, behandelen van meldingen, om handhaven en toezicht houden.
Voor de bodem waren eerder alleen de provincies en de 29 grootste gemeenten verantwoordelijk. Met de nieuwe Omgevingswet, die op 1 januari 2023 moet ingaan, krijgen alle gemeenten die verantwoordelijkheid. Maar de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) concludeert in een eigen onderzoek dat bij gemeenten onvoldoende kennis is over deze giftige stoffen, zowel in de controles als over gifonderzoek in de bodem.