Gemeenten hebben in het eerste kwartaal 15 procent meer vergunningen afgegeven voor de bouw van nieuwe huizen dan vorig jaar. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) kunnen daarmee zo’n 16.000 nieuwe woningen worden gebouwd. Toch kan het volgens het statistiekbureau nog even duren voordat die woningen er staan: gemiddeld duurt dat vanaf de vergunningverlening ongeveer twee jaar.
Het aantal vergunde nieuwbouwwoningen steeg met 11 procent vergeleken met het laatste kwartaal van vorig jaar. Het aantal vergunningen neemt voor het derde kwartaal op rij toe.
Over heel 2023 lag het aantal nieuwbouwvergunningen nog op het laagste niveau in jaren, meldde het CBS eerder. Dat jaar werd er voor bijna 55.000 nieuw te bouwen woningen toestemming gegeven, 15 procent minder dan in 2022. Het aantal potentiële nieuwe woningen kwam daarmee niet in de buurt van de 100.000 woningen per jaar die het demissionaire kabinet wilde bouwen.
Verder meldt het CBS dat de omzet in de bouw over het eerste kwartaal vrijwel gelijk is aan de omzet in hetzelfde kwartaal een jaar eerder. Begin 2023 steeg de omzet nog met bijna 12 procent op jaarbasis door prijsstijgingen. Het CBS denkt dat de stagnatie komt, doordat de prijzen van bijvoorbeeld bouwmaterialen nauwelijks meer omhooggaan. Zo daalde de omzet van de hout- en bouwmaterialenindustrie in de maanden januari tot en met maart met ruim 13 procent.
Tenslotte zag het CBS het aantal faillissementen in de bouw stijgen tot 154. Dat zijn er 62 meer dan een jaar eerder.