Gemeenten krijgen vanaf 1 januari 2025 de bevoegdheid om te handhaven als verhuurders zich niet houden aan de huurprijsbescherming via het woningwaarderingsstelsel. De Wet betaalbare huur, die is ingegaan per 1 juli 2024, bepaalt ook dat die huurprijsbescherming is uitgebreid naar het middensegment.
Goed verhuurderschap
Via de Wet betaalbare huur is de Wet goed verhuurderschap gewijzigd. Gemeenten hebben sinds 1 juli 2023 bevoegdheden om verhuurders aan te spreken als zij zich niet houden aan de algemene regels zoals gesteld in deze wet. Ongewenst verhuurgedrag is bijvoorbeeld te hoge servicekosten vragen, intimidatie en discriminatie en een huurovereenkomst niet schriftelijk vastleggen.
De Wet betaalbare huur regelt dat gemeenten vanaf 1 januari 2025 ook kunnen handhaven als verhuurders zich niet houden aan de regels over huurprijsbescherming:
- Elke verhuurder houdt zich aan het woningwaarderingsstelsel (WWS) als de woning minder dan 187 punten heeft.
- Een verhuurder mag geen huurverhoging voorstellen die hoger is dan wettelijk toegestaan.
- Elke huurder moet bij aanvang van het huurcontract geïnformeerd worden over het aantal WWS-punten dat bij de woning hoort, ongeacht of de huur wel of niet gereguleerd is.
Hulpmiddelen bij voorbereiding
Mede op aandringen van de VNG krijgen gemeenten tot 1 januari 2025 de tijd om zich voor te bereiden op deze uitbreiding van de Wet goed verhuurderschap. De VNG biedt daarbij de volgende hulpmiddelen:
- Geactualiseerde handreiking goed verhuurderschap
- Informatieblad gevolgen Wet betaalbare huur voor gemeenten
- Aangepast handhavingsprotocol goed verhuurderschap
Financiële middelen
Gemeenten krijgen via het Gemeentefonds structureel extra middelen voor de nieuwe handhavingsbevoegdheden. Via de septembercirculaire 2024 worden gemeenten geïnformeerd hoe hoog de extra uitkering zal zijn.