De gemeente Utrecht is op het idee gekomen door een motie van de Utrechtse gemeenteraad uit 2013. Daarin werd de gemeente opgeroepen om flexibele bestemmingsplannen te ontwikkelen. Het doel was om de hoeveelheid regelgeving terug te dringen en de duidelijkheid ervan te verbeteren. . Van de 71 beleidsnota’s in Utrecht wordt ongeveer de helft geschrapt. Het resterende ruimtelijk relevante beleid werd vervolgens in de nieuwe omgevingsvisie verwerkt.

Opzet

De omgevingsvisie van de gemeente Utrecht bestaat uit drie delen.

  • De koers: het beleid voor de lange termijn
Utrecht kiest voor een gezonde groei als koers voor de lange termijn.Bij het bouwen van nieuwe woningen staan gezondheid, leefbaarheid en duurzaamheid voorop. Plannen en projecten die bij elkaar horen, zoals verkeersprojecten, worden gebundeld. Een bundeling van plannen en projecten wordt een programma genoemd. Deze uitvoeringsprogramma’s worden gebruikt om doelen op lange termijn te bereiken. Hierin staat ook hoeveel geld en welke andere middelen nodig zijn. Het college van burgemeester en wethouders stelt de uitvoeringsprogramma’s vast.

  • Thematisch beleid: het beleid over een bepaald onderwerp, bijvoorbeeld groenbeleid of parkeerbeleid

Uitvoering van het beleid vindt plaats door middel van het beschikbaar stellen van financiële middelen beschikbaar, het geven van voorlichting, regels stellen in het bestemmingsplan en het vaststellen van vergunningen.

  • Gebiedsbeleid: beleid dat alleen in een bepaald gebied geldt. We gaan dit onderdeel de komende jaren opbouwen door het bestaande gebiedsbeleid in te voegen en nieuw beleid op te stellen.

De belangrijkste uitvoeringsinstrumenten voor gebiedsbeleid zijn: het bestemmingsplan (straks bij de Omgevingswet het omgevingsplan) en de omgevingsvergunning. 

De gemeente Utrecht kiest ervoor om het beleid te integreren op gebiedsniveau in ‘deelomgevingsvisies voor gebieden’.