Per 1 januari gaat, zoals aangekondigd in het zesde actieprogramma Nitraatrichtlijn, de gecombineerde fosfaatindicator in werking. Via deze aangepaste indicator kunnen agrariërs beter bepalen hoeveel fosfaat (meststoffen) hun bodem nodig heeft en kunnen zij hun bemesting daarop afstemmen. Dat voorkomt uitspoeling van fosfaat wat ten goede komt van de waterkwaliteit. Dit schrijft minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) vandaag in een brief aan de Tweede Kamer, waarin zij ook aangeeft hoe zij deze overgang geleidelijk wil laten verlopen.
De gecombineerde fosfaatindicator gaat – in tegenstelling tot de oude rekenmethode – uit van twee getallen: de voorraad fosfaat in de bodem en de hoeveelheid fosfaat aan de oppervlakte waar gewassen direct gebruik van kunnen maken. De meeste ondernemers zullen met de gecombineerde indicator evenveel – tot zelfs iets meer – kunnen bemesten als nu. Maar sommige ondernemers – voornamelijk in Zeeland waar de bodem van nature rijk is aan fosfaat – zullen minder mest toe kunnen dienen. Volgens de Commissie Deskundigen Meststoffenwet (CDM) hoeft dit in de praktijk niet nadelig voor ondernemers uit te pakken. Door de hogere fosfaattoestand in de bodem kan met minder mest hetzelfde resultaat behaald worden.
Langere geldigheid analyserapporten fosfaattoestand bodem
Om de overgang naar de gecombineerde fosfaatindicator geleidelijk te laten verlopen zullen huidige analyserapporten van de fosfaattoestand van de bodem tot vier jaar na monstername geldig blijven. Ondernemers kunnen gedurende die vier jaar gebruik blijven maken van de huidige rekenmethode. Ook heeft minister Schouten besloten om de geldigheid van analyserapporten die na 2020 zouden vervallen met een jaar te verlengen. Zo komt zij ondernemers die eventueel nadelige effecten van de gecombineerde fosfaatindicator ondervinden tegemoet.
Blijvend effecten monitoren
De komende maanden zal minister Schouten blijvend monitoren wat de effecten van de invoering van de gecombineerde fosfaatindicator zijn. Deze resultaten zullen mede dienen als input voor het nog op te stellen Zevende actieprogramma nitraatrichtlijn. Samen met de sector wil de minister toewerken naar bemesting die enerzijds voldoet aan onze milieudoelstellingen (verbetering van de Nederlandse waterkwaliteit) en tegelijkertijd voorziet in de gewasbehoeftes.