Inwoners van de Europese Unie gaan aan de pomp en via hun gasrekening betalen voor de broeikasgassen die ze uitstoten. Om de kosten te drukken, door bijvoorbeeld hun huis te isoleren of over te stappen op een elektrische auto, kunnen ze wel een beroep doen op een speciaal fonds. De maatregelen maken deel uit van een cruciaal pakket aan klimaatwetten dat onderhandelaars van de EU-landen en het Europees Parlement zaterdag overeen zijn gekomen.
De nieuwe klimaatwetten, waarvoor de regeringen van de lidstaten en het voltallige parlement nog wel definitief goedkeuring moeten geven, heeft de EU nodig om de klimaatdoelen te halen. Voor 2030 moet de CO2-uitstoot met 55 procent omlaag, zodat de EU in 2050 helemaal ‘klimaatneutraal’ kan zijn.
De kern van de maatregelen is het strenger maken en uitbreiden van het succesvolle systeem van CO2-certificaten voor vervuilers. Energiebedrijven en de industrie moesten de afgelopen jaren al zulke vergunningen hebben om broeikasgassen te mogen uitstoten. Elk jaar geeft de EU minder van die rechten uit om de uitstoot omlaag te brengen. Door de schaarste worden ze steeds duurder. Bedrijven moeten door het zogeheten emissiehandelssysteem (ETS) dus minder gaan uitstoten of meer betalen. De onderhandelaars hebben afgesproken om de emissies in de sectoren die onder het Europese emissiehandelssysteem vallen 62 procent terug te dringen voor 2030.
Een markt voor uitstootrechten komt er nu ook voor de broeikasgassen waarvoor het wegverkeer en gebouwen verantwoordelijk zijn. Burgers en bedrijven moeten gaan betalen voor de CO2 uit de uitlaat en de schoorsteen. Dat gaat via energiebedrijven en pompstations. Zij moeten betalen voor emissierechten en rekenen de kosten vervolgens door aan de klant die komt tanken of de gaskachel aanzet.
Dat kan pijn doen nu alles, en zeker energie, afgelopen jaar zo duur is geworden. Daarom is het des te belangrijker dat mensen met een kleine beurs worden geholpen, erkenden de onderhandelaars. Het fonds dat voor hen is bedacht moet daarom groter worden dan gepland. De EU-landen kunnen met dat geld de kosten voor armen wat dempen of hen helpen bij het aanschaffen van een warmtepomp of elektrische auto. Het fonds bedraagt ruim 86 miljard euro.
De EU wil wel klimaatkampioen zijn, maar ook voorkomen dat het zoveel van de eigen bedrijven vraagt dat die eraan onderdoor gaan. Daarom komt er ook een grensbelasting voor de invoer van een aantal klimaatonvriendelijke producten als staal en cement. Dat moet voorkomen dat Europese fabrikanten op de fles gaan of uitwijken naar een minder streng buitenland, wat banen kost en het klimaat niet verder helpt.
Europarlementariër Esther de Lange (CDA) zegt in een reactie blij te zijn “dat er een gebalanceerd akkoord is bereikt op het grootste klimaatwetgevingspakket in de EU ooit”.
“Met deze deal brengen we de uitstoot in Europa drastisch naar beneden, maar dan wel op een sociaal verantwoorde manier zonder de Europese industrie de das om te doen. De invoering van ETS voor transport en gebouwen is nodig om onze klimaatdoelen te halen, maar voor het Europees Parlement – en voor het CDA – kan dit niet zonder sociale maatregelen om mensen te helpen deze transitie te maken. Europese bedrijven en gezinnen worden namelijk al geconfronteerd met uitzonderlijk hoge energieprijzen. Zeker in deze onzekere tijden moeten we voorzichtig en slim te werk gaan: de noodrem, het maximumprijsmechanisme voor ETS2 en het Sociaal Klimaatfonds maken dat mogelijk”, stelt De Lange.