Op de korte termijn moet grond sneller beschikbaar komen voor bouw, stelt woonminister Hugo de Jonge. Ook moeten, op langere termijn, ontwikkelaars sneller duidelijkheid krijgen over kosten die zij moeten maken. Maandag stuurde hij zijn aanpak voor nieuw grondbeleid naar de Tweede Kamer.
Gemeenten kunnen nu al grondeigenaren onteigenen, maar de procedures daarvoor duren vaak lang. De Jonge moedigt hen aan om het onteigeningsproces al te starten terwijl de onderhandelingen nog lopen in plaats van na de onderhandelingen. Daarmee wordt tijd bespaard. Ook kunnen gemeenten vaker gebruikmaken van hun recht om met voorrang grond te kopen, het zogeheten voorkeursrecht. Voor deze maatregelen hoeft de wet niet te worden aangepast.
Op de langere termijn moet er sneller duidelijkheid komen voor ontwikkelaars wat de financiële gevolgen zijn van grondaankoop, vooral als het gaat om meebetalen aan publieke voorzieningen. Ontwikkelaars moeten namelijk meebetalen aan bijvoorbeeld wegen of riolering. Nu zijn die kosten vaak pas later duidelijk, maar het kabinet wil weer toe naar vooraf vastgestelde bedragen. Verder onderzoekt het kabinet het invoeren van een heffing om speculatie met grond tegen te gaan.
Het kabinet heeft als doel om voor 2030 ruim 900.000 nieuwe woningen te bouwen, maar dat gaat vooralsnog moeizaam. De rente is opgelopen en materialen zijn duurder geworden, waardoor de bouwproductie wegzakt. Met deze maatregelen wil De Jonge “door de dip heen” bouwen. Eerder kondigde hij daar ook al maatregelen voor aan, zoals het investeren in projecten die het zonder extra financiering niet zouden halen. Ook wil hij meer inzetten in het ‘optoppen’, ofwel het bouwen van een extra verdieping, bovenop al bestaande woningen.
Meer informatie
Modernisering grondbeleid moet gebiedsontwikkeling versnellen en financieel haalbaar maken