In de komende kabinetsperiode is extra aandacht nodig om het woningtekort aan te pakken. Het gaat zowel om het bouwen van meer woningen, als om het bouwen van passende woningen op de plek waar ze nodig zijn. Investeren moet daarom slim gebeuren. Nu al produceert de bouw op maximale capaciteit, dus louter extra geld beschikbaar stellen voor bouwprojecten zal niet leiden tot extra woningbouw. Wat wel helpt is een betere afstemming tussen gemeenten en marktpartijen om tot bouwen te komen – vaak hebben gemeenten onvoldoende capaciteit om snel en effectief mee te werken. Dat stelt het PBL op basis van een verkenning naar de woningbouw.
“Het huidige woningtekort is groot. Jongeren en middeninkomens zijn het kind van de rekening”, zegt Frans Schilder, onderzoeker woningmarkt bij het PBL. “Door de toename van kleinere huishoudens blijft de vraag naar woningen voorlopig hoog. En de oplossing is complex: we hebben nu snel woningen nodig, vooral voor jongeren en voor gezinnen. Maar het rücksichtslos bouwen van grote wijken buiten de stad zal een grote wissel trekken op de leefbaarheid. We moeten ook rekening houden met de toekomst, en dan gaat het niet alleen over grote vragen rond ons klimaat en de natuur, maar bijvoorbeeld ook over hoe we dan willen werken en recreëren.”
Of het thuiswerken vanwege corona de vraag naar grotere huizen buiten de stad vergroot, is maar de vraag, stelt het PBL. Verhuizingen uit de grote stad gebeurden al voor de pandemie. Wonen in de steden blijft tegelijkertijd populair. De behoefte aan woonruimte is het grootst in de Randstad van Arnhem via Amsterdam en Den Haag tot en met Eindhoven, daarbuiten minder. Juist vanwege de grote regionale verschillen in de woningbehoefte acht het PBL het verstandig dat de woningnood decentraal wordt aangepakt – een voortzetting van de huidige aanpak.
Berekeningen in het rapport laten zien dat het totaal aantal benodigde woningen waarschijnlijk lager is dan de nu veel genoemde 1 miljoen. De bouwopgave is echter groot: “Aangezien het nog lange tijd duurt voor het benodigde eindaantal in zicht komt, is doorbouwen het devies – en op het juiste moment stoppen”, aldus Schilder.
Het is dus van belang dat de woningbouw continu aansluit bij de vraag, aldus PBL, en dat tegelijkertijd het bouwtempo zo snel mogelijk wordt opgeschroefd. De grootste belemmering van de bouwsnelheid is de personele capaciteit: er is zowel een tekort aan beschikbare vakmensen in de bouw als aan ambtenaren om bouwplannen te verwerken. Het stimuleren van educatie en innovatie in de bouwsector kan zorgen voor productiestijging, maar pas op voor de wat langere termijn. Op de korte termijn kan het vergroten van de middelen van gemeenten om haar ruimtelijke ordeningstaken grootschaliger op te pakken bijdragen aan een versnelling van de woningbouw.