Het rekensysteem van de overheid dat wordt gebruikt om stikstofberekeningen uit te voeren, moet worden aangepast. Het is in zijn huidige vorm niet geschikt om vergunningen op te baseren, oordeelt een commissie van wetenschappers die daar onder leiding van econometrist Leen Hordijk onderzoek naar heeft gedaan.
Met het zogeheten Aerius-systeem van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) kan de uitstoot van ammoniak en stikstofoxiden én de neerslag van die stikstofverbindingen op beschermde natuurgebieden worden berekend. De uitkomst van dat soort berekeningen is belangrijk, want die bepaalt bijvoorbeeld of een boer zijn stal mag uitbreiden en of Rijkswaterstaat een snelweg mag verbreden.
Hordijk heeft twee problemen met het huidige gebruik van het systeem. Het grootste probleem is dat de stikstofberekeningen waar de overheid vergunningaanvragers om vraagt dusdanig gedetailleerd moeten zijn, dat ze eigenlijk niet op een betrouwbare manier zijn te produceren.
In Aerius moet nu voor iedere zeshoek van een hectare groot de stikstofneerslag worden uitgerekend. Op zo’n klein niveau is de uitkomst niet betrouwbaar genoeg. “Deze onbalans is wel te verbeteren zodat Aerius beter toepasbaar is voor het verlenen van vergunningen”, aldus Hordijk. De commissie adviseert over te stappen op berekeningen voor grotere gebieden. Dat kan op korte termijn.
Een tweede punt is dat voor de uitstoot vanaf wegen een ander onderliggend model wordt gebruikt dan voor alle andere activiteiten, van landbouw tot industrie. Wanneer een weg wordt aangelegd, worden alleen de stikstofoxiden die binnen 5 kilometer van die weg neerdalen meegeteld. Die kunstmatige grens geldt alleen voor verkeersberekeningen. Dat is “niet verdedigbaar”, aldus de commissie, aangezien stikstofverbindingen veel verder door de wind wordt meegevoerd. Dat geldt voor zowel stikstofoxiden (NH3), die onder meer in uitlaatgassen zitten, als voor ammoniak (NH3), dat opstijgt uit dierlijke mest. Hordijk maakt dit duidelijk met cijfers: “Op 20 kilometer van de bron is grofweg slechts 30 procent van de uitgestoten ammoniak neergeslagen. Voor stikstofoxiden is dit zo’n 10 procent.”
Minister Carola Schouten (Landbouw) stelde de commissie-Hordijk in na felle kritiek op de stikstofberekeningen van boeren en politici. De kritiek spitst zich toe op het Aerius-systeem. Het algehele oordeel over de stikstofmetingen en -berekeningen is wel positief: die zijn van voldoende wetenschappelijke kwaliteit. In een eerder rapport pleitte Hordijk wel voor verdere verbeteringen. Zo moeten meer meetpunten worden opgesteld en raden de deskundigen aan ook satellietmetingen te gaan gebruiken.