De bouw heeft in het tweede kwartaal een stuk meer omzet geboekt dan in dezelfde periode vorig jaar. De negatieve effecten van de coronacrisis lijken nauwelijks nog een rol te spelen op de opbrengsten in de sector, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Maar de grond-, water- en wegenbouw profiteerde niet, daar daalde de omzet juist. Volgens kenners vanwege het overheidsbeleid.
Voor de hele bouwsector lag de omzet in het tweede kwartaal ruim 9 procent hoger dan een jaar eerder. De meetperiode telde wel een werkdag meer dan vorig jaar. Kleine bedrijven waar niet meer dan tien personen werkzaam zijn profiteerden volgens het statistiekbureau het meest. Bij die ondernemingen groeide de omzet met 14 procent.
“Over het werkaanbod hebben we niet te klagen”, zegt directeur Rob de Groot van keurmerk BouwGarant, waarbij 1300 bouwbedrijven en aannemers zijn aangesloten. Volgens hem zit iedereen “bommetje vol” en is de vraag wat betreft nieuwbouw en verbouw “immens”. Een bouwproject wordt de laatste tijd steeds duurder doordat de prijzen van grondstoffen stijgen. Daarnaast heeft de bouwsector volgens De Groot te kampen met een personeelstekort, “maar daar heeft heel werkend Nederland mee te maken”.
De omzet in de grond-, water- en wegenbouw (gww) daalde met 6,3 procent ten opzichte van een jaar eerder. Daarmee nemen de opbrengsten in die sector al drie kwartalen op rij af ten opzichte van een jaar eerder. Volgens brancheorganisatie Bouwend Nederland is de terugval aan omzet in deze sector te wijten aan mankerend beleid van de overheid.
“Er is structureel onvoldoende geld om onze infrastructuur betrouwbaar, toekomstbestendig en veilig te houden”, zegt een woordvoerder. “Kijk bijvoorbeeld naar de lapmaatregelen die voor de Haringvlietbrug genomen worden en de ingestorte kademuren in Amsterdam.” Bouwend Nederland roept een nieuw kabinet op “om de woningbouw en de energietransitie te versnellen, te investeren in infrastructuur en eindelijk met een structurele oplossing te komen voor het stikstofprobleem”.
In totaal werd in het tweede kwartaal voor bijna 19.000 nieuwbouwwoningen een vergunning verleend. Het aantal vergunningen dat is verleend stijgt al zes kwartalen op rij. De afgegeven vergunningen gelden als een belangrijke graadmeter voor de te bouwen woningen in de nabije toekomst. De gemiddelde doorlooptijd ligt daarbij op twee jaar.
De vergunde bouwsom voor bedrijfsgebouwen daalde met 7 procent tot 1,6 miljard euro. Dit kwam vooral doordat er minder geld werd gestoken in de nieuwbouw van bedrijfspanden. De bouwsom voor de verbouw van bedrijfsgebouwen nam juist toe.
Het aantal faillissementen in de bouw nam in het tweede kwartaal af tot 75, tegen 114 een jaar eerder. Het aantal faillissementen in de bouw daalt al een jaar.