Bedrijven die technische oplossingen aanbieden om de uitstoot van ammoniak door stallen van boeren te verminderen, moeten zelf aantonen dat hun systeem werkt. Zo’n onderbouwing ontbreekt momenteel bij dit soort bedrijven. Die onderbouwing is wel nodig om boeren over de streep te trekken en om voor subsidie in aanmerking te komen. Dat zei de Brabantse gedeputeerde Elies Lemkes (CDA) vrijdag tijdens een vergadering van de Provinciale Staten.
Lemkes zegde de Staten toe met deze bedrijven om tafel te gaan zitten om hen ervan te overtuigen dat ze zelf met een onderbouwing moeten komen. “Het is vreemd dat ze dit niet doen”, zei Lemkes. “Het is in hun eigen belang.” Ze zei dat de provincie zo’n onderzoek niet gaat doen. “Dan zouden wij dat moeten betalen en dat is de omgekeerde wereld”, zei ze.
Lemkes reageerde hiermee op een oproep van de VVD aan ondernemers, onder wie boeren, om door te gaan met technische innovaties, en daarbij het risico te nemen om voor de rechter gedaagd te worden. Dit zou kunnen voorkomen dat Brabant helemaal op slot gaat. Volgens de VVD biedt de Crisis- en Herstelwet juridische mogelijkheden om een vergunning te verlenen aan bijvoorbeeld boeren die technische middelen willen gebruiken om stikstofuitstoot te beperken.
Maar Lemkes zei dat het voor ondernemers een te groot risico is. Eerst moeten aanbieders van technische innovaties aantonen dat het werkt, aldus Lemkes. “Daar zit het echt op vast”, zei ze.
Eerder vrijdag werden de Staten geconfronteerd met een “onherroepelijk” besluit van de Gedeputeerde Staten om Brabant grotendeels op slot te zetten, omdat de natuur achteruit holt. Er worden geen nieuwe vergunningen meer afgegeven die leiden tot meer uitstoot van stikstof.
Er zijn zorgen om wat er na de verkiezingen met de stikstofmaatregelen van de provincie gaat gebeuren, bijvoorbeeld als er een rechts college aantreedt. Zo vroeg de Partij voor de Dieren zich vrijdag af of een volgend college de vergunningenstop wel uitvoert. Maar volgens huidig natuur-gedeputeerde Hagar Roijackers (GroenLinks) moet ook een nieuw college zich houden aan de geldende wet- en regelgeving.