De PFAS- en stikstofproblematiek ettert waarschijnlijk nog even door in de bouwsector. Volgens het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) wacht de bouw dit jaar een lichte krimp, en in 2021 wordt de groei naar verwachting nog niet hervat. Pas vanaf 2022 kan de bouw weer een sterke groei tegemoet zien, zo is de prognose.
De problemen ontstonden nadat de Raad van State vorig jaar het Nederlandse stikstofbeleid ongeldig had verklaard. Daardoor kwamen veel bouwplannen stil te liggen. De sector kreeg ook te maken met een strenge minimumwaarde voor de hoeveelheid van de chemische stoffengroep PFAS, waardoor praktisch geen grond mocht worden vervoerd. Vooral de nieuwbouw van woningen en infraprojecten werden zwaar getroffen.
De situatie leidde al tot heftige reacties vanuit de sector. Bouwers protesteerden onder meer op het Haagse Malieveld. Inmiddels is er met nogal wat vertraging een verruiming van de PFAS-norm tot stand gekomen en zijn er door de overheid maatregelen aangekondigd voor stikstof. Maar de vergunningverlening in de woningbouw staat waarschijnlijk nog een tijdje onder druk, aangezien maatregelen om alles weer op gang te brengen tijd nodig hebben en vaak ook nog regionaal een uitwerking behoeven.
Een en ander zorgt er naar verwachting voor dat de bouwproductie dit jaar met 1 procent terugloopt en volgend jaar op 0 uitkomt. Volgens het EIB is het jaar 2019 nog afgesloten met een plus van 4 procent, al vlakte de groei bij onder meer de oplevering van nieuwbouwwoningen stevig af.
Het instituut raamde eerder al dat het aantal opgeleverde huizen in 2020 zal terugvallen van 63.000 naar 60.000 om volgend jaar verder te dalen richting 55.000. De nieuwbouwproductie kan waarschijnlijk vanaf 2022 weer met 7 procent op jaarbasis groeien. Tot een ruimer aanbod op de woningmarkt leidt dit dan overigens nog niet. De nieuwbouw heeft ook nog een flinke achterstand weg te werken.
Overigens vindt het EIB de situatie in de bouw ook weer niet alarmerend. Op de langere termijn zien de vooruitzichten er nog steeds goed uit, vanwege de grote vraag naar bouwwerkzaamheden. De jaarlijkse bouwproductie zal over een paar jaar weer op een plus van 3,5 procent uitkomen, denkt het instituut. Ook de werkgelegenheid in de sector blijft komende jaren, op een dipje in 2021 na, waarschijnlijk in de lift zitten.